1V1 - 62

NIEUW
§6.2 'De samenleving in de Vroege Middeleeuwen'. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare school

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

NIEUW
§6.2 'De samenleving in de Vroege Middeleeuwen'. 

Slide 1 - Tekstslide

Vroege middeleeuwen
500 - 1000
Motte kasteel
Late middeleeuwen
1100 - 1500
Het Muiderslot

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

aanTEKENING
In je schrift maak je een tekening van het DOMEIN.


Slide 4 - Tekstslide

Het rijk van Karel de Grote
Karel de Grote

Slide 5 - Tekstslide

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen. Daarom kreeg hij hulp van edelen. 

  • Zijn trouwste edelenkregen als beloning een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Karel de Grote is de leenheer
feodalisme

Slide 6 - Tekstslide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 7 - Tekstslide

Geestelijken 
Geestelijken zijn mensen die voor de kerk werken. De geestelijkheid heeft verschillende banen. Sommige zijn belangrijker dan anderen (hoog-laag)

Seculiere geestelijken: veel contact
Bijvoorbeeld de paus, de dorpspriester en de missionaris

Reguliere geestelijken: weinig contact
Bijvoorbeeld een monnik of non. 


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Missionaris
Missionaris --> missie
Een geestelijke die naar andere volken en gebieden reist met het doel anderen te bekeren tot het christendom.


bekeren = iemand overhalen 


Slide 10 - Tekstslide

Willibrord was een Engelse missionaris die in 690 probeerde de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 11 - Tekstslide

Invloedrijke
geestelijken
In de Middeleeuwen hadden geestelijken veel invloed, omdat:
  • Iedereen was gelovig in de Middeleeuwen.
  • Iedereen ging naar dezelfde kerk.
  • Geestelijken konden je vertellen hoe je in de hemel kon komen. 
  • Geestelijken konden lezen en schrijven.
  • Belangrijke geestelijken hadden invloed op het bestuur. 
  • De kerk was rijk. 
  • De Paus kon je in de ban doen. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 13 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw
belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een
leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
De afbeelding gaat over de manier waarop Karel de Grote zijn land bestuurde
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 17 - Quizvraag

Welke groep is er hier afgebeeld?
A
Geestelijken
B
Boeren en burgers
C
Adel
D
Horigen

Slide 18 - Quizvraag

Monniken zijn geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Hoe wordt iemand genoemd die mensen wil bekeren tot het christendom?
A
Heiden
B
Missionaris
C
Viking
D
Bekeerder

Slide 20 - Quizvraag

Waarom waren geestelijken belangrijk voor het bestuur?
A
Konden lezen en schrijven
B
Christelijke bevolking luisterde naar geestelijken
C
Konden de bevolking bekeren
D
Hoorden bij de eerste stand

Slide 21 - Quizvraag