Celdeling en geslachtscellen

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer spreken we van een permeabel membraan?
A
Als het membraan niks doorlaat
B
Als het membraan doorlaatbaar is voor alle stoffen
C
Als het membraan selectief bepaalde stoffen doorlaat

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer spreken we van een selectief permeabel membraan?

Slide 3 - Open vraag

Celdeling

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Een mens heeft 46 chromosomen in de celkern – dat zijn 23 paren.

Hoeveel chromosomen bevat de geslachtscel?
A
23 chromosomen
B
46 chromosomen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

We hebben het gehad over mitose. Wat is het doel van mitose?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen mitose en meiose?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Een vos heeft in de kern van een levercel 38
chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat de kern van een zaadcel bij een vos?

Slide 24 - Open vraag

Een vos heeft in de kern van een levercel 38
chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat de kern van een onbevruchte eicel?

A
38
B
19

Slide 25 - Quizvraag

De kern van een bepaalde cel van een rat bevat 21 chromosomen. Is dit de kern van een lichaamscel of van een geslachtscel? Leg je antwoord uit.

Slide 26 - Open vraag

Wat voor 'soort' cel is een geslachtscel?
A
Haploïde cel
B
Diploïde cel

Slide 27 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een diploïde cel

Slide 28 - Woordweb

Slide 29 - Tekstslide