5.1 en 5.2

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Deze les
Uitleg geluid paragraaf 1 en 2.
Leerdoelen staan op je planning. zie mail!
oefenen

Slide 4 - Tekstslide

Geluid!
Dit hoofdstuk gaat over geluid. Over de voortplantingss

Slide 5 - Tekstslide

Vacuüm

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Geluid is...
  • een trilling (let maar op;))
  • heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
  • heeft iets nodig om doorheen te reizen ( let maar op;))
  • verplaatst zich als een golf

Slide 9 - Tekstslide

Geluidssnelheid
De snelheid van het geluid is:
340 m/s
x 3,6=
ong. 1225 km/h

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Horen
Wat gebeurt er in ons oor als we iets horen?
  • Wat weten we al over geluid?
  • Kun je dat toepassen op het horen?

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Echolood
Echolood werkt ook met geluidsgolven. 

Het lood zend geluidsgolven weg (toongenerator) en vangt ze weer op (microfoon). 

Slide 19 - Tekstslide

toonhoogte 5.2

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Frequentie en Trillingstijd
Trillingstijd en frequentie hebben met elkaar te maken. 

Voorbeeld: Gitaarsnaren kunnen 400 keer per seconde trillen. 
1 trilling duurt dan 0,0025 s. 

Trillingstijd= 1/f in Hz
Frequentie=1/T in s

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Toonhoogte
Hangt af van:
- spanning
- doorsnede snaar
- lengte snaar

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Kennen en Kunnen, wat gaan we deze les bespreken
  • Wat is een trilling?
  • Wat is de trillingstijd?
  • Wat is de frequentie?
  • Waardoor kun je een hoog of een laag geluid krijgen?
  • Wat is ultrasoon geluid?
  • Wat is een oscilloscoop?
  • Berekenen van de trillingstijd en de frequentie.
  • Berekenen met een oscilloscoop.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Kennis
  • Neem je telefoon of laptop er bij.
  • Gebruik je rekenmachine bij de rekenvragen.
  • Voor iedere vraag heb je 10 seconden de tijd en voor de rekenvragen zelfs 20 seconden.
  • meldt je aan met de code.
  • gebruik je Binas om dingen op te zoeken.

Slide 33 - Tekstslide

Wat is het symbool en de eenheid van frequentie?
A
f met de eenheid kHz
B
T met de eenheid s
C
f met de eenheid Hz
D
T met de eenheid ms

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het symbool en de eenheid van Trillingstijd?
A
f met de eenheid kHz
B
T met de eenheid s
C
f met de eenheid Hz
D
T met de eenheid ms

Slide 35 - Quizvraag

Welke snaar geeft het hoogste geluid?
A
een dunne, strakgespannen en lange snaar
B
een dikke, strakgespannen en lange snaar
C
een dunne, losse en lange snaar
D
een dunne, strakgespannen en korte snaar

Slide 36 - Quizvraag

Wat is het bereik van het menselijk gehoor
A
van 20 Hz tot 20 kHz
B
van 20 Hz tot 60 kHz
C
van 10 Hz tot 15 000 Hz
D
van 10 Hz tot 30 000 Hz

Slide 37 - Quizvraag

Bereken de frequentie van een toon met een trillingstijd van 0,05 s
A
2 Hz
B
20 Hz
C
200 Hz
D
2000 Hz

Slide 38 - Quizvraag

Bereken de trillingstijd van geluid met een frequentie van 40 kHz
A
0,025 s
B
0,0025 s
C
0,00025 s
D
0,000025 s

Slide 39 - Quizvraag

Bereken de frequentie. 1 hokje is 2 ms.

Slide 40 - Open vraag

0

Slide 41 - Video

0

Slide 42 - Video

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide