Herhalingsles H1

oorzaak en gevolg
oorzaak: waardoor iets gebeurt
gevolg: iets  dat door iets anders gebeurt


1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare school

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

oorzaak en gevolg
oorzaak: waardoor iets gebeurt
gevolg: iets  dat door iets anders gebeurt


Slide 1 - Tekstslide

Spotprent!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

§1.1 De pruikentijd

1700-1800 
 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe leefde de derde stand? 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe leefde de adel? 

Slide 7 - Tekstslide

Nieuwe ideeën
  • Alle mensen zijn gelijk geboren en hebben daarom dezelfde rechten.
  • Het volk moet meebeslissen.
  • Er moet een grondwet komen.
  • Rechtsstaat waarin iedereen zich aan dezelfde regels moet houden.

Slide 8 - Tekstslide

1.2 Revolutie in Frankrijk
Bladzijde 12 en 13!

Slide 9 - Tekstslide

Lodewijk XVI

Slide 10 - Tekstslide

Boze burgers
  • Lodewijk XVI had geen geld meer...
  • Dat kwam door het luxe leven.
  • En door de vele oorlogen die hij voerde.
  • De koning riep de Staten-Generaal bijeen en wilde nog meer belastinggeld van de burgers vragen!




Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

  • De koning stuurt het leger
  • De burgers zijn woedend...
  • Ze bestormen de gevangenis in Parijs: de Bastille
=> 14 juli 1789: de Franse Revolutie is begonnen! 


Slide 13 - Tekstslide

Vrijheid en gelijkheid
  • Overal in Frankrijk brak de revolutie uit
  • De burgers schaften de standenmaatschappij af:    iedereen was gelijk!
  • Er kwam een grondwet: iedereen was vrij en gelijk
=> De macht kwam in handen van de burgers
=> Dit is een grote verandering voor iedereen: een revolutie
=> De Franse Revolutie = democratische revolutie

Slide 14 - Tekstslide

De koning onthoofd
De revolutie maakte van Frankrijk een ander land:

  • Er was een grondwet
  • De koning moest zich ook aan de grondwet houden => dit heet: Constitutionele Monarchie
  • Er was kiesrecht voor mannen
Na verkiezingen werd de monarchie afgeschaft, de koning werd ter dood veroordeeld ..... onder de guillotine.... net zoals heel veel andere mensen van adel.

Slide 15 - Tekstslide

Napoleon Bonaparte
  • Geboren op het eiland Corsica op 15 augustus 1769

  • Hij was afkomstig uit de derde stand (zijn vader was advocaat)

  • Het gezin was niet rijk, maar Napoleon kon toch studeren

  • Hij ging op zijn 15e naar een militaire school

Slide 16 - Tekstslide


Staatsgreep van Napoleon
november 1799



  • Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
  • Hij is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af. 
  • Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 17 - Tekstslide


Napoleon wordt dictator
1799-1804



Door middel van een gedwongen grondwetswijziging werd hij dictator.
Tijdens een referendum (volksstemming) stemde het volk massaal voor Napoleon

Slide 18 - Tekstslide


Napoleon kroont zichzelf tot keizer
1804




  • Nu Napoleon de absolute baas is in grote delen van Europa, kroont hij zichzelf tot keizer.
  • Na 15 jaar revolutie lijkt Frankrijk terug bij af: er is weer één man de baas.

Slide 19 - Tekstslide

Napoleon voert allerlei nieuwe wetten in voor het burgerlijk recht:
  • Verkeer: rechts rijden
  • Burgerlijke stand: aangifte van huwelijk, geboorte en sterfte
  • Invoering van achternamen
  • Invoering van het metrieke stelsel (meters, kilometers)
  • Scheiding van Kerk en Staat

Slide 20 - Tekstslide


Slag bij Waterloo
1815




  • Napoleon is nog 100 dagen keizer, daarna wordt hij verslagen door o.a. Engeland, Pruisen en de Nederlanden in de Slag bij Waterloo (B).
  • Napoleon wordt opnieuw verbannen. Nu voorgoed.
  • De rest van zijn leven zal hij doorbrengen op St. Helena (Atlantische Oceaan)

Slide 21 - Tekstslide

§1.3 Revolutie in Nederland

Bladzijde 16 en 17

Slide 22 - Tekstslide


De Patriottenopstand
(1781-1787)

Slide 23 - Tekstslide

Eind 18e eeuw in Nederland:
  • De welvaart van de Gouden Eeuw is verdwenen.
  • Zeeoorlogen met Engeland.
  • Willem V + regenten (bestuurders) krijgen de schuld.

Boze burgers grijpen de macht in veel steden. Deze burgers noemen we: patriotten

Slide 24 - Tekstslide

De Bataafse Revolutie 
Patriotten, mensen met democratische ideeën, kwamen in opstand tegen de machthebbers. 

Patriotten waren de tegenstanders van de Orangisten, mensen die de stadhouder steunden. Deze 2 groepen voerden oorlog tegen elkaar.

Willem V schakelt de hulp in van het Pruissiche leger, en veel Patriotten moeten vluchten naar Frankrijk. Maar......


Slide 25 - Tekstslide

Bataafse Republiek
- Nederland werd een democratie en een eenheidsstaat = staat waarin gemeente- en provinciebesturen moeten gehoorzamen aan het landsbestuur.

Slide 26 - Tekstslide

Einde Bataafse Republiek
1805: Napoleon maakt een eind aan het bestuur van de patriotten in de Bataafse Republiek. Lodewijk Napoleon wordt koning. 

Slide 27 - Tekstslide

Koninkrijk Nederland 1806-1810




  • De broer van Napoleon, Lodewijk Napoleon, wordt in 1806, de eerste koning van Nederland.
  • Hij is geliefd in ons land: zo probeerde hij ook Nederlands te praten. 
  • Dat was niet altijd makkelijk. Zo noemde hij zichzelf: 'konijn van Olland'

Slide 28 - Tekstslide

De Franse Tijd 
  • De Bataafse Republiek bestond niet lang. 
  • Napoleon wilde steeds meer invloed en maakte van de Republiek een Koninkrijk. 
  • Zijn broer Lodewijk Napoleon werd koning. 
  • Echter was Napoleon snel uitgekeken op zijn broer en moest hij afstand doen van zijn troon. 
  • Daardoor werd Nederland een provincie van het Franse Keizerrijk. 

Slide 29 - Tekstslide

De Fransen de baas!
  • Franse wetten gaan gelden -> 1806 wet voor openbare scholen
  • Burgerlijke stand, achternamen, decimale stelsel
  • De tijd dat NL deel was van Frankrijk noemen we:
     de Franse tijd (1795-1813)

Slide 30 - Tekstslide

§1.4 De afschaffing van de slavernij
Informatieboek bladzijde 18 en 19 
Werkboek bladzijde 18 en 19 

Slide 31 - Tekstslide

Afschaffing van de slavernij
  • In de 18e eeuw ontstond het idee dat alle mensen van nature gelijk zijn.
  • Hierdoor onstond in Groot-Brittannië een beweging voor afschaffing van de slavernij

Slide 32 - Tekstslide

Afschaffing door Groot-Brittannië
  • Door de Europese expansie kregen Europeanen een superioriteitsgevoel/meerwaardigheidsgevoel.
  • Idee dat het blanke ras beter is dan het andere;  racisme speelde een grote rol bij de slavenhandel en de slavernij in Europese kolonies

Slide 33 - Tekstslide

Engeland schaft de slavernij af

  • Voorstanders van dit abolitionisme richtten in 1787 de Society for the Abolition of the Slave Trade op
  • De abolitionisten schreven over de onmenselijke behandeling van slaven en organiseerden protestoptochten.
  • In Engeland wordt in eerste instantie een wet aangenomen die slavenhandel verbied: er mogen dus geen 'nieuwe' tot slaaf gemaakten naar Amerika
  • Dit bleek niet voldoende te werken, daarom werd slavernij in 1833 in het hele Britse Rijk afgeschaft.
  • Slavenhouders kregen bij elkaar 20 miljoen pond aan schadevergoedingen









De afschaffing van de slavernij wordt in de krant bekend gemaakt.

Slide 34 - Tekstslide

Afschaffing door Frankrijk
Om ook vrijheid, gelijkheid en broederschap te krijgen, kwamen slaven op het Franse eiland Haïti in 1791 in opstand.
De Franse revolutionaire regering schafte de slavernij in 1794 in alle Franse kolonies af; maar acht jaar later voerde Napoleon de slavernij weer in
Toen er opnieuw slavenopstanden uitbraken konden de Fransen deze niet onderdrukken
De opstandelingen riepen in 1804 de onafhankelijke republiek Haïti uit
In 1815 schafte Frankrijk de slavenhandel af
In 1848 werd de slavernij in Frankrijk volledig afgeschaft
De slavenopstand op Haïti. Duizenden blanken op het eiland werden gedood.

Slide 35 - Tekstslide


Nederland schaft slavernij af


  • Nederland schaft pas laat de slavernij af: 1863, onder druk van GB.
  • Pas als het economisch niet meer zo interessant wordt, wordt slavernij stapje voor stapje afgeschaft.
  • Slavenhouders kregen 300 gulden per vrijgelaten tot slaaf gemaakten.
  • Sommigen vrijgelatenen werden verplicht om nog 10 jaar op de plantages te blijven werken








    Op 1 juli wordt Keti Koti gevierd. Dit is een jaarlijks terugkerende Surinaamse feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken

    Slide 36 - Tekstslide