soezenbeslag en herhaling H3
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
soes
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Een nadeel van alleen water gebruiken in je soezen beslag...
A
Natte soes
B
Wilde soes
C
Droge soes
D
Klonten soes
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heet de natuurlijke emulgator die in een dooier zit?
Slide 14 - Open vraag
Wat wordt bedoeld met souffleren van de soes?
A
De soes opspuiten op de bakplaat
B
De eieren toevoegen aan het beslag
C
De soes vullen met slagroom
D
De soes komt omhoog door de stoom die ontstaat in de oven
Slide 15 - Quizvraag
Hoe warm moet de gesmolten boter zijn om bij een beslag te gieten?
A
60 graden
B
70 graden
C
80 graden
D
50 graden
Slide 16 - Quizvraag
Welke smaakstoffen klop je op met het ei?
