H4 - week 20 - les 1, 2

Grammatik: die drei Steigerungsstufen
1.  (positiv)            de stellende trap           schnell 
2. (komperativ)  de vergrotende trap     schneller  --> stellende trap + er
3. (superlativ)     de overtreffende trap  schnellst  -->  stellende trap + st





schön
traurig
positiv
koperativ
superlativ
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatik: die drei Steigerungsstufen
1.  (positiv)            de stellende trap           schnell 
2. (komperativ)  de vergrotende trap     schneller  --> stellende trap + er
3. (superlativ)     de overtreffende trap  schnellst  -->  stellende trap + st





schön
traurig
positiv
koperativ
superlativ

Slide 1 - Tekstslide

H4 - Woche 20 - Stunde 1

Slide 2 - Tekstslide

Auf dem Tisch

Klaarleggen:
  • Arbeitsbuch + Fachbuch
  • Heft 
  • Stift
Anfangsaufgabe

  1. Nimm ein Buch vom Stapel. 
  2. Wir lesen 10 Minuten. 
  3. Buch ausgelesen = Buchbesprechung ausfüllen. 



timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Planung Stunde 1

Vokabeln abfragen: K4 Lektion 1 

Neue Vokabeln: K4 Lektion 2 + Aufgabe 15

Lesen: K4 L2 Text eSport: Die bestbezahlten Zocker 2015' + Aufgabe 21


Lernziele

  • Je leert nieuwe woorden en verbreed je receptieve woordenschat.

  • Je kunt relevante informatie vinden en begrijpen in brochures en korte officiële documenten op internet of andere media.

    Slide 4 - Tekstslide

    overhoren: weektaak Lernbox L1 (N-D)

    Slide 5 - Tekstslide

    Vokabeln -  K4 Lektion 2
    • Was: Kapitel 4- Lernbox Lektion 2 -  Seite 199
    • Mit wem: 
          -> Gemeinsam: Lernbox besprechen
           -> Selbstständig: machen Aufgabe 15 (S.166)
    • Zeit: 5 Minuten, danach besprechen
    • Fertig = 
    1. Lernen K4 Lernbox Lektion 2 (D-N)
    2. Lesen Buch
      timer
      3:00

      Slide 6 - Tekstslide

      Lesen: K4 Lektion 2 Aufgabe 21 (S.169/170)
      Wie
      1. Lies die Aufgabe und den Text
      2. Beantworte die Fragen in der Aufgabe und unterstreiche wo du deine  
          Antworten gefunden hast. 
      3. Übersetze die Nachricht. Benutze ein Wörterbuch wenn nötig.
      Mit wem
      Selbstständig, Ruhe
      Zeit
      10 Minuten
      Ergebnis
      Die Antworten werden nach 15 Minuten in der Klasse besprochen
      Fertig
      1. Lernen Vokabeln K4 Lektion 2 D-N
      2. Buch lesen
      timer
      10:00

      Slide 7 - Tekstslide

      Sprechen: Speeddating auf Deutsch
      1. Je krijgt een kaartje met daarop 3 vragen. Stel om de beurt een vraag. De vragen 
          beantwoord je in het Duits in een volledige (korte) zin. Per ronde krijg je 2 
          Minuten. 
      2. Geef de kaartjes door aan de tafel voor je (per rij). De voorste rij geeft de kaartjes    
          aan de achterste rij. Er zijn 5 rondes van 2 minuten

      timer
      2:00

      Slide 8 - Tekstslide

      Nächste Stunde




      • 10 Minuten lesen
      • Weißt du es noch? - Trappen van vergelijking
      • Hören: Interview Berufe + Aufgabe 20


        Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

        Slide 9 - Tekstslide

        H4 - Woche 19 - Stunde 1, 2

        Slide 10 - Tekstslide

        Auf dem Tisch

        Klaarleggen:
        • Arbeitsbuch + Fachbuch
        • Heft 
        • Stift
        Anfangsaufgabe

        1. Nimm ein Buch vom Stapel. 
        2. Wir lesen 10 Minuten. 
        3. Buch ausgelesen = Buchbesprechung ausfüllen. 



        timer
        10:00

        Slide 11 - Tekstslide

        Planung Stunde 1

        Weißt du es noch? Steigerungsstufen und Vergleichswörter

        Besprechen: Text + Aufgabe K4 Lektion 2 Aufgabe 21

        Hören: Interview Berufe: Wie wird man...Polizist? + Aufgabe 20


        Lernziele

        • Je kunt zaken met elkaar vergelijken en hierbij de vergelijk woorden gebruiken. 

        • Je kunt de hoofdpunten verstaan van nieuwsberichten op de radio over vertrouwde onderwerpen. 

          Slide 12 - Tekstslide

          Weißt du es noch? Steigerungsstufen
          Lees de zin en vertaal de woorden tussen haakjes. Gebruik de volgende woorden: billig – witzig – oft – schön – teuer                                                             (UITlEG S.163)

          1. Diese Hose ist echt (duurder dan) diese.    _______________________________ 
          2. Der Rock ist (het goedkoopst).                        _______________________________
          3. Die Mädchen sind beide sehr (mooi).           _______________________________
          4. Die älteste Schwester ist (het grappigst)    _______________________________
          5. Wollen wir uns (vaker) treffen?                         _______________________________

          timer
          4:00

          Slide 13 - Tekstslide

          Hören: K4 L2 Aufgabe 20 - Interview Polizist
          Wie
          1. Lies zuerst die Aufgaben und die Fragen
          2. Wähle während des Hörens die richtige Fortsetzung. 
          Mit wem
          Selbstständig
          Zeit
          20 Minuten
          Ergebnis
          Aufgaben werden nach dem Hören besprochen
          Fertig
          1. Lernen K4 Lernbox Lektion 2 (D-N)
          2. Buch lesen

          Slide 14 - Tekstslide

          Nächste Stunde



          • Buch lesen
          • Grammatik: Reflexive Verben und Pronomen + K4 L2 Aufgabe 22, 23, 24



          Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

          Slide 15 - Tekstslide

          H4 - Woche 19 - Stunde 1, 2

          Slide 16 - Tekstslide

          Auf dem Tisch

          Klaarleggen:
          • Arbeitsbuch + Fachbuch
          • Heft 
          • Stift
          Anfangsaufgabe

          1. Nimm ein Buch vom Stapel. 
          2. Wir lesen 10 Minuten. 
          3. Buch ausgelesen = Buchbesprechung ausfüllen. 



          timer
          10:00

          Slide 17 - Tekstslide

          Planung Stunde 1

          Weißt du es noch? - Vokabeln Lektion 2

          Grammatik: Reflexive Verben und Pronomen + Aufgabe 22 und 23


          Lernziele

          • Je kunt zaken met elkaar vergelijken en hierbij de vergelijk woorden gebruiken. 

          • Je kunt de hoofdpunten verstaan van nieuwsberichten op de radio over vertrouwde onderwerpen. 

            Slide 18 - Tekstslide

            Weißt du es noch? Vokabeln
            übersetze auf Niederländisch (ins Heft) 


            1. Nach den Wahlen vollzieht sich ein politischer Wandel. 
            2. Es ist furchtbar, was alles in einem Krieg passiert. 
            3. Ein Feuerwehrmann muss über eiserne Nerven verfügen.
            4. Sie möchte ihre persönlichen Daten im Internet löschen.
            5. Kannst du die Sache für und aufklären?
            6. Seine Einkünfte sind gestiegen. 
            timer
            2:00

            Slide 19 - Tekstslide

            Grammatik: reflexive Verben und Pronomen
            (wederkerend werkwoord en voornaamwoord)
            Een wederkerend voornaamwoord is een werkwoord waarbij ‚zich‘ gebruikt wordt. Zowel in het Duits als het Nederlands komen deze werkwoorden regelmatig voor.

            Voorbeelden:
            • zich vergissen > ik vergis me      - Ich irre mich
            • zich verheugen > hij verheugt zich  - Er freut sich
            • zich interesseren > wij interesseren ons - Wir interessieren uns

            Slide 20 - Tekstslide

            Wederkerende werkwoorden vervoegen
            Om de wederkerende werkwoorden te kunnen gebruiken, moet je een werkwoord kunnen vervoegen. Hoe ging dat ook alweer?

            --> Een werkwoord vervoegen:  stam + (fe) E – ST – T – EN – T – EN
            • stam = hele werkwoord (= infinitief) min -en/-n
            • kommen: komm-
            • arbeiten: arbeit-
            • regnen: regn-

            Slide 21 - Tekstslide

            Slide 22 - Tekstslide

            Weißt du es noch? 
            timer
            2:00
            Gebruik: Buch S.170

            • wel LV => 3e naamval
            • geen LV => 4e naamval

            Slide 23 - Tekstslide

            Grammatik: Reflexive Verben und Pronomen
            • Machen: K4 L2 Aufgabe 22, 23 (S.171)
            • Hilfsmittel: Arbeitsbuch und Fachbuch (4)
            • Zeit: 10 Minuten, danach besprechen

            Fertig = Lernen weektaak
            • Lernliste K4 L2 (D-N)
            • Lesen Buch
            timer
            10:00

            Slide 24 - Tekstslide

            Slide 25 - Tekstslide

            Slide 26 - Tekstslide

            Sprechen: Speeddating auf Deutsch
            1. Je krijgt een kaartje met daarop 3 vragen. Stel om de beurt een vraag. De vragen 
                beantwoord je in het Duits in een volledige (korte) zin. Per ronde krijg je 2 
                Minuten. 
            2. Geef de kaartjes door aan de tafel voor je (per rij). De voorste rij geeft de kaartjes    
                aan de achterste rij. Er zijn 5 rondes van 2 minuten

            timer
            2:00

            Slide 27 - Tekstslide

            Nächste Stunde



            • Buch lesen
            • Sehen und Hören
            • Sprechen



            Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter.

            Slide 28 - Tekstslide