H3 - P2 - week 6 - les 2 - H32 en 33 (H3C en D)

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom 
- H32 bespreken + H33 introduceren
- Recensie: wat moet er sowieso in staan
- Verschillende voorbeelden
- Werk aan je bouwplan (en daarna aan je recensie zelf)

Doel:
- Je scheidt een mening van een argument
- Je geeft aan welke argumentatievorm er gebruikt is bij een standpunt
- Je schrijft de structuur van de argumentatie op. 
- Je benoemt of een argument klopt en inhoudelijk geldig is.
- Aan de hand van de formule geef je aan of een redenatie logisch geldig is. 


Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Drie dingen om aan te werken:

1. Formatieve toets H15 + werkwoordspelling (week 49 = woensdag)
2. Boekopdracht = recensie schrijven (inleveren woensdag 20 december)
3. Toets in toetsweek = H17, 18, 19, 32 en 33 = argumentatie 

Zie volledige planning in teams
Planning periode 2:

Slide 3 - Tekstslide

H19 - Soorten argumentatie:
Standpunt + 1 argument
Enkelvoudige argumentatie
Standpunt + meerdere argumenten
Meervoudige argumentatie
Structuur: standpunt ← argument
Structuur: standpunt ← argument + argument + argument (enzovoort)
=
=
Onderschikkende argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Structuur: standpunt ← (argument 1 + argument 2) 
Structuur: standpunt ← argument 1a ← ondergeschikt argument 1b ← ondergeschikt argument 1c (enzovoort)
=
=

Slide 4 - Tekstslide

Juiste en geldige argumenten
Juiste argumenten
Niet elk argument klopt. 

Als het argument onwaarheden bevat, is het onjuist.

Ook een argument dat niet-feitelijk is, kan hieronder vallen. 

Geldige argumenten
Gaat je argument wel over het standpunt dat je hebt?
Cirkelredenering
BIj een cirkelredenering zeg je met je argument eigenlijk hetzelfde als met je standpunt:

Standpunt: Toelaten van auto's in de binnenstad is gevaarlijk
Argument: Auto's in de bebouwde kom zijn onveilig

Je blijft dan in een rondje draaien.

Zorg dus dat je met je argumenten nieuwe informatie aandraagt. 
Te snelle conclusie
Het argument gaat maar over één specifiek geval. Je kunt er geen conclusies/ gevolgen aan verbinden. 
Drogredenen
Niet elk argument is goed...  Let op de volgende dingen:
1b en 2b Bibliotheken zijn overbodig geworden
Juist en geldig
Onjuist / ongeldig

Slide 5 - Tekstslide

Juiste en geldige argumenten
Juiste argumenten
Niet elk argument klopt. 

Als het argument onwaarheden bevat, is het onjuist.

Ook een argument dat niet-feitelijk is, kan hieronder vallen. 

Geldige argumenten
Gaat je argument wel over het standpunt dat je hebt?
Cirkelredenering
BIj een cirkelredenering zeg je met je argument eigenlijk hetzelfde als met je standpunt:

Standpunt: Toelaten van auto's in de binnenstad is gevaarlijk
Argument: Auto's in de bebouwde kom zijn onveilig

Je blijft dan in een rondje draaien.

Zorg dus dat je met je argumenten nieuwe informatie aandraagt. 
Te snelle conclusie
Het argument gaat maar over één specifiek geval. Je kunt er geen conclusies/ gevolgen aan verbinden. 
Drogredenen
Niet elk argument is goed...  Let op de volgende dingen:
1c en 2c voorbijgangers zouden nooit geld moeten uitgeven aan voorbijgangers.
Juist en geldig
Onjuist / ongeldig

Slide 6 - Tekstslide

Goede en geldige argumenten
Juiste argumenten
Niet elk argument klopt. 

Als het argument onwaarheden bevat, is het onjuist.

Geldige argumenten
Gaat je argument wel over het standpunt dat je hebt?
Cirkelredenering
BIj een cirkelredenering zeg je met je argument eigenlijk hetzelfde als met je standpunt:

Standpunt: Toelaten van auto's in de binnenstad is gevaarlijk
Argument: Auto's in de bebouwde kom zijn onveilig

Je blijft dan in een rondje draaien.

Zorg dus dat je met je argumenten nieuwe informatie aandraagt. 
Te snelle conclusie
Het argument gaat maar over één specifiek geval. Je kunt er geen conclusies/ gevolgen aan verbinden. 
Drogredenen
Niet elk argument is goed...  Let op de volgende dingen:
Niet-feitelijk

3a
juist
3a
niet-feitelijk
3a
Juist
3a
Juist
3a
ongeldig

3b
ongeldig

3b
geldig

3b
geldig

3b
geldig

3b
Te snelle conclusie
5
Cirkelredenering
4

Slide 7 - Tekstslide

Logica = Wetenschap die zich bezighoudt met de formele regels van argumentatie.


H33 - logisch geldig

Slide 8 - Tekstslide

.


H33 - logica

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 2 en 3
H33 

Slide 10 - Tekstslide

Deel 1: samenvatting schrijven over je boek
- Je vertelt kort over wie je boek gaat, wat er allemaal gebeurt en hoe het boek eindigt. (belangrijk om te vermelden wanneer en waar het boek speelt).  Dit is dus geen onderdeel van je recensie.

Deel 2: bouwplan maken
- Bedenk wat je wilt gaan zeggen. Wat vind je van het boek? Welke argumenten ga je gebruiken en op welke manier trek je de aandacht van de lezer.

Deel 3: bouwplan uitwerken tot lopende tekst
- Werk elk onderdeel van het bouwplan uit tot een volledige alinea. Gebruik voorbeelden om je argumenten duidelijk te maken. Ga niet zomaar stukken tekst citeren, maar benoem heel duidelijk wat je wilt laten zien met de voorbeelden. 
Recensie schrijven

Slide 11 - Tekstslide

Hoe zit een goede recensie in elkaar:

- Hele duidelijke mening van de schrijver. 
- Spreek vanuit jezelf, ga niet te moeilijk doen. Waar komt jouw mening vandaan?
- Geef aan het einde van je betoog (een recensie is een betoog) de belangrijkste dingen nog een keer kort weer. 
- Zorg ervoor dat jouw argumenten juist en kloppend zijn en dat je argumenten niet makkelijk te weerleggen zijn. 
- Als je klaar bent met schrijven, bedenk je een titel voor je tekst. 

Zie voorbeelden in Teams. 

Aan de slag:
1. maak je bouwplan
2. werk je bouwplan uit tot een tekst
3. check je tekst op spel- of formuleerfouten
4. lever je opdracht op tijd in. (voor woensdag de 20e, einde van de dag)
Recensie schrijven

Slide 12 - Tekstslide

Juiste en geldige argumenten
Juiste argumenten
Niet elk argument klopt. 

Als het argument onwaarheden bevat, is het onjuist.

Ook een argument dat niet-feitelijk is, kan hieronder vallen. 

Geldige argumenten
Gaat je argument wel over het standpunt dat je hebt?
Cirkelredenering
BIj een cirkelredenering zeg je met je argument eigenlijk hetzelfde als met je standpunt:

Standpunt: Toelaten van auto's in de binnenstad is gevaarlijk
Argument: Auto's in de bebouwde kom zijn onveilig

Je blijft dan in een rondje draaien.

Zorg dus dat je met je argumenten nieuwe informatie aandraagt. 
Te snelle conclusie
Het argument gaat maar over één specifiek geval. Je kunt er geen conclusies/ gevolgen aan verbinden. 
Drogredenen
Niet elk argument is goed...  Let op de volgende dingen:

Slide 13 - Tekstslide

H18 - opbouw argumentatie 1:

Wat ga je doen:
- Opdracht 7 - 

Hoe ga je dit maken:
- Je mag overleggen in tweetallen. Hoe kun je de sterkste 
argumentatie maken en weerleggen? 

Wanneer maak je dit:
- Deze les


Zelf zoeken

Slide 14 - Tekstslide

- Leesboek meenemen 
- Werken aan recensie
- Huiswerk H32 en 33 - opdracht 6, 7,8 + H1, 2 en 3


Tot dan!
Volgende les: 

Slide 15 - Tekstslide