5.1 Je omgeving waarnemen

Goedemorgen!
Log in op je laptop
Pak je mentorschrift
Leg je biologieboek klaar. 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
Log in op je laptop
Pak je mentorschrift
Leg je biologieboek klaar. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check in
Hoe zit ik er bij?
A
Goed
B
Prima
C
Mwah
D
Slecht

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Biologie
Mentorles
Jeugdjournaal

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 5 Waarneming en gedrag
5.1 Je omgeving waarnemen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
Thema 5 Waarneming en gedrag

Leerdoelen vandaag
Nieuwe theorie: 5.1 Je omgeving waarnemen
Zelf aan de slag
Herhalen leerdoelen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je de werking van zintuigen beschrijven
- kan je de zintuigen noemen met hun ligging en hun prikkel

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Je kunt dingen om je heen zien, horen, ruiken, proeven en/of voelen.

Daarvoor gebruik je de zintuigen.
Om waar te nemen heb je ook je hersenen nodig.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 9 - Video

Bekijk het filmpje selectieve waarneming (test). Hierin ga je kijken naar hoe vaak de bal wordt
overgespeeld door de jongens in het witte shirt.
Vraag de studenten:
• Wat heeft dit met openstaan voor je omgeving te maken?
• Stond jij open voor je omgeving? Zag jij de gorilla?
• Wat bedoelen ze aan het einde met ‘’Het is makkelijk om iets te missen waar je niet op zoek
naar bent’’?
Als je iets niet opzoekt, zie je het vaak ook niet. Daarom is het belangrijk om open te staan
voor je omgeving. 
00:29
Hoe vaak heb je gezien?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kok op de afbeelding hiernaast ziet en ruikt de chocolade.

Hij gebruikt de zintuigen in zijn ogen en neus.

De zintuigen sturen seintjes naar de hersenen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen verwerken deze seintjes.

Daardoor ziet en ruikt de kok de chocolade.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Je omgeving waarnemen
Zien, horen, ruiken, proeven en voelen zijn de manieren waarop je je omgeving waarneemt.

Om je omgeving waar te nemen, gebruik je zintuigen.
Een zintuig is een orgaan dat reageert op een invloed uit de omgeving.
Zo'n invloed heet een prikkel.

Voorbeelden van prikkels zijn licht, geluid, geur, smaak en aanraking.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Je omgeving waarnemen
In de zintuigen liggen zintuigcellen.
Als zintuigcellen prikkels opvangen, ontstaan impulsen.
Dat zijn een soort elektrische signalen ('seintjes').

Zintuigcellen zijn aangesloten op zenuwen.
De zenuwen leiden de impulsen naar de hersenen.
In de hersenen word je je bewust van de prikkels.
Daardoor kun je de omgeving waarnemen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In de ochtend schijnt de zon door het raam op je slaapkamer.
Het licht van de zon is een...
A
impuls
B
prikkel

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een impuls?
A
iets uit de omgeving
B
een elektrisch signaal
C
een zintuig

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Je omgeving waarnemen
De bekendste zintuigen liggen in je ogen en je oren. Maar er liggen ook zintuigen in je neus, in je tong en in je huid.

Alle zintuigen samen vormen het zintuigenstelsel.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In je huid liggen zintuigen waarmee je iets kunt voelen.

Je kunt 4 prikkels voelen: warmte, koude (kou), druk en aanraking.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zintuigen in de huid
Drukzintuigen
Tast zintuig
Koude zintuig
Warmte zintuig

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Wat is de prikkel die bij luisteren hoort?
A
Oren
B
Geluid
C
Muziek
D
Horen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Je omgeving waarnemen
Warmtezintuigen reageren als je huid iets aanraakt wat warmer is dan je huid.

Koudezintuigen reageren als je huid iets aanraakt wat kouder is.

Drukzintuigen reageren als er op je huid wordt gedrukt.

Tastzintuigen reageren op lichte aanraking van je huid. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Je omgeving waarnemen
Behalve prikkels voor zintuigen kun je ook pijn waarnemen.
Pijn neem je waar met pijnpunten.
Dat zijn de uiteinden van zenuwen.

Pijnpunten komen op allerlei plaatsen in je lichaam voor, ook in dieper gelegen organen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Maken van Thema 5.1  opdrachten 1 t/m 8   

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb een
droom!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jeugdjournaal

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies