2.1 fictie HA1 hoofd- en bijpersoon

2.1 fictie
Uiterlijk en innerlijk hoofdpersonen
Hoofd- en bijpersonen
Het woord: sympathie
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2.1 fictie
Uiterlijk en innerlijk hoofdpersonen
Hoofd- en bijpersonen
Het woord: sympathie

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Ik kan op verschillende manieren een boek zoeken.
  • Ik kan onderscheid maken tussen een hoofdpersoon en een bijpersoon.
  • Ik kan het uiterlijk en innerlijk van hoofpersonen beschrijven.
  • Ik kan uitleggen of een personage sympathiek wordt beschreven. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zoek jij een boek?
Via het internet
Naar de bibliotheek
Vragen aan klasgenoten
Vragen aan ouders/docent
Jij zoekt geen boek, maar je ouders

Slide 4 - Poll

Theorie (personages) 
Hoofdpersonen bijpersonen = personages

Wat krijg je over hoofdpersonen te weten?
- wat hij/zij denkt en voelt
- wat zijn/haar karaktereigenschappen zijn
- hoe hij/zij eruitziet
- waar, hoe en met wie hij/zij woont
Hierdoor kun je je beter inleven in de hoofdpersoon.

Over de bijpersonen krijg je minder informatie. Je krijgt meestal geen gedachten of gevoelens te lezen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Een bijpersoon speelt een minder belangrijke rol in een verhaal.
Bovenstaande uitspraak is
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

In een verhaal krijg je veel informatie van de hoofdpersoon.
Bovenstaande uitspraak is
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Ik kan de lesdoelen toepassen in mijn opdrachten
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Opdrachten 2.1
Opdracht 3
Opdracht 4
Opdracht 5



Slide 10 - Tekstslide