2.7 Grammatica zinsdelen les 2

2.7 Grammatica zinsdelen les 2
Klascode

trofi
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.7 Grammatica zinsdelen les 2
Klascode

trofi

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet wat een enkelvoudige en een samengestelde zin in.
- Je kunt een enkelvoudige en een makkelijke samengestelde zin ontleden.
- Je weet wat nevenschikking is. 

Klascode trofi

Slide 2 - Tekstslide

Woord van de week

Stuitend

Slide 3 - Tekstslide

Start les. 
Stillezen 

in een vrij leesboek, krant of tijdschrift. 




timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 2.7

1 t/m 6


Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?

Slide 7 - Open vraag

Ontleed de volgende zin:

De fret van mijn buurman heeft tijdens de donkere maanden een winterdepressie.

Slide 8 - Open vraag

Samengestelde zin (hz+hz)
In een samengestelde zin staan meerdere persoonsvormen.

Een samengestelde zin bestaat uit twee (of meer) enkelvoudige zinnen die aan elkaar zijn geplakt, bijvoorbeeld twee hoofdzinnen.
(Zonder voegwoord klopt de zinsvolgorde van beide zinnen als het hoofdzinnen zijn.)

  • Ik fiets graag, (maar) mijn vriend gaat altijd met de auto.
  •  Morgen vertrekken we naar Frankrijk, (dus) we zijn nu de koffers aan het pakken.
  •  Natuurlijk begrijp ik het probleem, (maar) waarom heb je mijn hulp niet gevraagd?

Slide 9 - Tekstslide

hz+hz = nevenschikking
Tussen de twee hoofdzinnen in een nevenschikking staat een (nevenschikkend) voegwoord: want, maar, en, of, dus.

  • Ik fiets graag, (maar) mijn vriend gaat altijd met de auto.
  •  Morgen vertrekken we naar Frankrijk, (dus) we zijn nu de koffers aan het pakken.
  •  Natuurlijk begrijp ik het probleem, (maar) waarom heb je mijn hulp niet gevraagd?


Slide 10 - Tekstslide

hz+bz = onderschikking
Ik ga vanavond vroeg naar bed, omdat ik moe ben.
Terwijl het buiten keihard regent, zitten wij gezellig binnen.

Waar zie je het voegwoord?

  • Twee volgorden mogelijk:
    1 hoofdzin + bijzin: Ik bel je, zodra ik thuis ben.
    2 bijzin + hoofdzin: Zodra ik thuis ben, bel ik je.

    Wat is de hoofdzin en de bijzin van de zinnen hierboven?

Slide 11 - Tekstslide

Nevenschikkend
  • 2  hoofdzinnen
  • voegwoorden: en-want-maar-of
  • ow en pv naast elkaar
  • zelfstandig 
Onderschikkend
  • hoofd-en bijzin
  • bijzin is deel hoofdzin
  • niet zelfstandig 
  • ow en pv niet altijd naast elkaar
  • voegwoorden: Doordat, omdat, zodat etc.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 2.7

7 en 9


Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je weet wat een enkelvoudige en een samengestelde zin in.
- Je kunt een enkelvoudige en een makkelijke samengestelde zin ontleden.
- Je weet wat nevenschikking en onderschikking is. 

Klascode trofi

Slide 14 - Tekstslide