basis emoties

emoties
blij 
triest
verdrietig 
boos

bang 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT /alfaHoger onderwijs

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

emoties
blij 
triest
verdrietig 
boos

bang 

Slide 1 - Tekstslide


A
Hij is blij.
B
Hij is triest.
C
Hij is boos.
D
Hij is bang.

Slide 2 - Quizvraag


A
Ze zijn blij.
B
Ze zijn verdrietig.
C
Ze zijn boos.
D
Ze zijn bang.

Slide 3 - Quizvraag


A
Zij is blij.
B
Zij is triest.
C
Zij is boos.
D
Zij is bang.

Slide 4 - Quizvraag


A
Hij is blij.
B
Hij is verdrietig.
C
Hij is boos.
D
Hij is bang.

Slide 5 - Quizvraag


A
Zij is blij.
B
Zij is verdrietig.
C
Zij is boos.
D
Zij is bang.

Slide 6 - Quizvraag


A
Zij is blij.
B
Zij is verdrietig.
C
Zij is boos.
D
Zij is bang.

Slide 7 - Quizvraag


A
Hij is blij.
B
Hij is verdrietig.
C
Hij is boos.
D
Hij is bang.

Slide 8 - Quizvraag


A
Hij is blij.
B
Hij is triestig.
C
Hij is boos.
D
Hij is bang.

Slide 9 - Quizvraag


A
Zij zijn blij.
B
Zij zijn triestig.
C
Zij zijn boos.
D
Zij zijn bang.

Slide 10 - Quizvraag


A
Zij is blij.
B
Zij is triestig.
C
Zij is boos.
D
Zij is bang.

Slide 11 - Quizvraag


A
Hij is blij.
B
Hij is triestig.
C
Hij is boos.
D
Hij is bang.

Slide 12 - Quizvraag