Herhaling taal blok 3

Herhaling blok 3
Taal
Les 3, 7 en 11.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling blok 3
Taal
Les 3, 7 en 11.


Slide 1 - Tekstslide

Wat is het gezegde?
A
Alle mensen in een zin.
B
Alle werkwoorden in een zin.
C
Alle leestekens in een zin.
D
Alle onderwerpen in een zin.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het gezegde in de volgende zin:
De hond gaat de bal pakken.

Slide 3 - Open vraag

Wat is het gezegde?
Het gezegde
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is het gezegde?
Het gezegde
De
deur
is
open
blijven
staan

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is een samengesteld werkwoord?

Slide 6 - Open vraag

Wat is GEEN samengesteld werkwoord
A
voorlezen
B
glimlachen
C
voetbal
D
wegdoen

Slide 7 - Quizvraag

Weet je nog?
Je hebt twee soorten samengestelde werkwoorden.
Weet jij nog welke dit waren?

Slide 8 - Tekstslide

Een scheidbaar samengesteld
werkwoord.

De werkwoorddelen splitsen:
De dame stapte uit de bus.
Stapte en uit zijn uit elkaar.
Dus: scheidbaar samengesteld ww.
Een onscheidbaar samengesteld werkwoord.

De werkwoord delen blijven bij elkaar, bijvoorbeeld:
Hij stofzuigt elke dag.
Stofzuigt blijft bij elkaar.
Dus: onscheidbaar

Slide 9 - Tekstslide

Staat in de volgende zin een scheidbaar of onscheidbaar samengesteld werkwoord?
Het gezin overweegt het voorstel.
A
Scheidbaar
B
onscheidbaar

Slide 10 - Quizvraag

Scheidbaar

Onscheidbaar
Overleven
Rolschaatsen
aanbellen
Overleggen
Opnemen
Kennismaken

Slide 11 - Sleepvraag

Wat klopt er over het bijwoord?
(meerdere antwoorden goed)
A
Een bijwoord is altijd een werkwoord
B
Een bijwoord geeft vaak informatie over een tijd of plaats
C
Een bijwoord geeft informatie over een ander woord in de zin
D
Een bijwoord staat altijd aan het begin van de zin.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het bijwoord in de volgende zin?
Onder de boom stonden veel schapen.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het bijwoord in de volgende zin?
De poes spint zacht als ik haar aai.
A
poes
B
aai
C
als
D
zacht

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het bijwoord?
Het bijwoord

Gisteren
zag
ik
een
beroemdheid

Slide 15 - Sleepvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 16 - Woordweb

Wat vond jij van deze herhalingsles?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Wat nu?

Jullie gaan in snappet les 3, 7 en 12 doornemen.
Kijk naar de fouten die je toen hebt gemaakt.
Begrijp je wat je toen fout deed?

Werkpakketten.

Slide 18 - Tekstslide