Eindopdracht

Eindopdracht 
Burgerschap
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kind ProfessionalMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Eindopdracht 
Burgerschap

Slide 1 - Tekstslide

Om het vak burgerschap binnen het MBO af te ronden, dien je een afrondende opdracht te leveren. 

Voor deze opdracht heb je een aantal bewijzen nodig, die je eerder in je schooltijd heb verzameld. 

Slide 2 - Tekstslide

Je gaat een verslag schrijven waarin je laat zien bewust geworden te zijn en wat je daar verder gaat doen/doet met die bewustwording. 

Dit ga je doen aan de hand van de verschillende dimensies van burgerschap:

1. POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE
2a. ECONOMISCHE DIMENSIE (werk gerelateerd)
2b. ECONOMISCHE DIMENSIE (persoonlijk)
3. SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE
4. VITAAL BURGERSCHAP DIMENSIE

Slide 3 - Tekstslide

Je voegt bij elk antwoord een voorbeeld toe waaruit blijkt hoe jij met deze stelling omgaat. 
De beschrijving per stelling probeer je in vier tot maximaal zeven zinnen toe te lichten.

Daarnaast kies je tien stellingen uit waar je iets extra voor gaat opleveren. 
Voor acht van deze stellingen voeg je extra bewijzen toe, waaruit blijkt dat je aan deze stelling werkt of hebt gewerkt. 

Ook schrijf je bij twee stellingen een uitgebreidere STARRT-reflectie (1 A4 per reflectie)
Je kiest hierbij een activiteit of persoonlijke ervaring waarmee je kunt onderbouwen dat je nu een andere mening hebt opgedaan over een gekozen stelling. 

(vrijwilligerswerk, bezoeken van het Europese parlement in Brussel)

Slide 4 - Tekstslide

1. POLITIEK-JURIDISCHE DIMENSIE
1. Ik heb inzicht in een aantal maatschappelijke dilemma’s in dit land.
2. Ik (h)erken de normen en waarden van onze samenleving en handel hiernaar.
3. Ik heb inzicht in de werking van de parlementaire democratische rechtsstaat.
4. Ik ken de werking en het doel van de Europese Unie.
5. Ik kan feiten en meningen onderscheiden.
6. Ik kan een afweging maken tussen individuele belangen en collectieve belangen.
7. Ik kan overleggen en plannen in een groep.
8. Ik kan bijdragen aan besluitvorming in een groep.
9. Ik ken de politieke partijen in de gemeenteraad waar ik woon.
10. Ik kan via dialoog, discussie, debat of argumentatie een gesprek aangaan.

Slide 5 - Tekstslide

7. Ik kan overleggen en plannen in een groep.

Dit kan ik, want bij verschillende lessen binnen mijn opleiding heb ik moeten samenwerken. 
Tijdens deze samenwerking heb ik afspraken gemaakt over wanneer onderdelen af moesten zijn en ingeleverd. 
Met mijn groepsgenoten heb ik hierin dus "overlegd" en "gepland".

Maar ook bij mijn bij-baantje overleg en plan ik. Wanneer een collega vraagt of ik kan ruilen, moet ik in eerste instantie kijken of dit uitkomt. Daarna koppel ik dit terug naar mijn collega en maken we duidelijke afspraken.

(Voorbeeld!)

Slide 6 - Tekstslide

2a. ECONOMISCHE DIMENSIE 
(werk gerelateerd)

1. Ik pas me aan, aan de regels van de omgeving waarin ik werk.
2. Ik zorg dat mijn uiterlijk en/of kleding past bij mijn werkomgeving.
3. Ik ga zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie.
4. Ik kom mijn afspraken na.
5. Ik neem verantwoordelijkheid voor mijn eigen handelen.
6. Ik luister naar feedback van anderen over mijn werk of (beroeps)-houding.
7. Ik stel mij collegiaal op.
8. Ik ben op de hoogte van mijn rechten en plichten als werknemer.
9. Ik ken de rol van de ondernemersraad in de arbeidsorganisatie waar ik stageloop.
10. Ik weet waar ik informatie kan vinden over sociale zekerheidswetten.

Slide 7 - Tekstslide

9. Ik ken de rol van de ondernemersraad in de arbeidsorganisatie waar ik stageloop.

Ik was me niet bewust van de rol van de ondernemersraad in de arbeidsorganisatie waar ik stageloop. Wel vond ik dat ik hiervan op de hoogte moest zijn, daarom heb ik mij door middel van de volgende site extra ingelezen in deze ondernemingsraad:

http://ik-verzin-hier-voor-dit-moment-maar-een-site.nl/zoek-zelf-de-relevante-site

(Bewijsstuk)

Slide 8 - Tekstslide

2b. ECONOMISCHE DIMENSIE 
(persoonlijk)

1. Ik ben mij bewust van mijn uitgavenpatroon.
2. Ik beslis op basis van prijs, kwaliteit en eigen budget over een te kopen product.
3. Ik kan voor- en nadelen benoemen van een aan te schaffen product voor mezelf, anderen en het milieu.
4. Ik onderscheid reclame van feitelijke informatie.
5. Ik concludeer welk product voor mij het meest geschikt is.
6. Ik weet hoe en waar ik een klacht over een product of dienst kan indienen.
7. Ik ben me bewust van milieu- en maatschappelijke effecten van mijn handelen als consument.
8. Ik kan mijn inkomen op verantwoorde wijze budgetteren.
9. Ik verzamel voldoende en relevante informatie over kredietvormen.
10. Ik weet waar ik hulp kan vinden als ik schulden heb.

Slide 9 - Tekstslide

1. Ik ben mij bewust van mijn uitgavenpatroon.

Hier ben ik mij inmiddels heel erg bewust van. Tijdens de lessen hebben we het hierover gehad, dit maakt dat ik mezelf hier extra in ben gaan verdiepen. ik heb voor mezelf een kasboekje bijgehouden, hieruit bleek dat ik in eerste instantie meer geld uitgaf dan dat er binnen kwam. hier heb ik aanpassingen in gemaakt en nu zijn mijn financiën in balans.

(Voorbeeld!)

Slide 10 - Tekstslide

3. SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DIMENSIE

1. Ik luister aandachtig naar de inbreng van anderen en ik zeg wat mijn gedachten en ideeën zijn .
2. Ik help anderen en vraag zo nodig hulp aan anderen.
3. Ik toon respect voor anderen, ongeacht hun overtuiging.
4. Ik stem mijn omgangsvormen af op mijn omgeving.
5. Ik neem deel in sociale verbanden.
6. Ik draag bij aan de leefbaarheid in de openbare ruimte.
7. Ik houd mij aan de regels en wetten die in Nederland gelden.
8. Ik ben op de hoogte van godsdiensten en levensbeschouwingen in Nederland.
9. Ik kan omgaan met verschillen in cultuur en overtuiging.
10. Ik zet mij in voor een betere wereld.

Slide 11 - Tekstslide

8. Ik ben op de hoogte van godsdiensten en levensbeschouwingen in Nederland.









(Geen antwoord / leeg laten.... is GEEN punt!)

Slide 12 - Tekstslide

4. Vitaal burgerschap dimensie
1. Ik beslis zelf over mijn gezondheid en neem daarbij afgewogen risico’s.
2. Ik ken het belang van goede hygiëne.
3. Ik let op de juiste lichaamshouding bij wat ik doe.
4. Ik ken de risico’s van onveilig vrijen.
5. Ik zoek de juiste informatie als ik vragen heb over preventie en ziekten.
6. Ik weet welke risico’s verslavingen met zich meebrengen.
7. Ik heb aandacht voor psychische aspecten van gezondheid en belastbaarheid.
8. Ik ben mij bewust van het belang van voldoende bewegen.
9. Ik sta open voor adviezen, opmerkingen van anderen over mijn gezondheid en doe er wat mee.
10. Ik kan mijn kennis over gezond leven aan anderen overdragen.


Slide 13 - Tekstslide

2. Ik ken het belang van goede hygiëne.

Hier is een foto van mezelf, terwijl ik handen was op stage. Zeker in deze COVID tijd is het belangrijk hygiënisch te werk te gaan.

(Bewijsstuk!)

Slide 14 - Tekstslide

Inhoud verslag
Titelpagina met een slogan.

Inleiding (max. 1 A4)
Dit onderdeel bevat:
  • Korte introductie van jezelf.
  • Uitleg slogan.
  • Introductie van de opdracht.
  • Een leeswijzer.

Inhoudsopgave

Slide 15 - Tekstslide

Je reflecteert per stelling en onderbouwt deze reflectie met een voorbeeld uit jouw leven.

Je verwijst bij tien stellingen naar aanvullende informatie. Deze bewijzen heb je verzameld tijdens je schooltijd.

  • Voor acht stellingen voeg je extra bewijsmateriaal toe; dit doe je door de situatie te benoemen en in minimaal vijf regels uit te leggen hoe deze ervaring in verband gebracht kan worden met deze stelling. 
(Dit extra bewijsmateriaal kan bijvoorbeeld bestaan uit een link, foto, app gesprek, etc.).

  • Bij twee stellingen maak je een STARRT-reflectie waarin je onderbouwt waardoor je nu een andere mening hebt opgedaan over deze stelling.

Conclusie (min. 1 A4 – max. 2 A4)
  • Je algemene reflectie (mag aan de hand van STARRT) op het proces van het maken van deze opdracht.
  • Wat wil je bereiken als beroepsbeoefenaar en als mens, wat is je drijfveer (identiteit)?

Slide 16 - Tekstslide

Inleveren

Vrijdag 22-04-2022 voor 12:00

Slide 17 - Tekstslide