33. Thema 4, week 3 Les 11a - uitdrukkingen

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

lesdoel

Ik leer twaalf uitdrukkingen.

uitdrukking

Een uitdrukking is een vaste combinatie van woorden en heeft meestal een figuurlijke betekenis.

ergens werk van maken

ergens moeite in steken

De kinderen maakten heel veel werk van hun surprises.

geen vin verroeren

     geen beweging maken

Van schrik bleef ze stokstijf staan. Ze verroerde geen vin.

half werk leveren

       iets niet goed doen

Mijn broer had beloofd de muur te schilderen, maar hij heeft maar half werk geleverd.

   het niet breed hebben

  niet veel geld hebben

Mensen die eten bij de voedselbank halen hebben het niet breed.

in alle staten zijn

erg emotioneel zijn

Toen mijn broertje zoek was, was mijn moeder in alle staten. Ze was heel bang dat er iets ergs was gebeurd.

op de kleintjes letten

zuinig zijn

Als je niet veel geld verdiend moet je op de kleintjes letten, dan kun je niet zomaar geld uitgeven.

zich niet uit het veld laten slaan

je door niets laten tegenhouden

Ook al vind ik sommige sommen moeilijk ik laat mij niet uit het veld slaan en blijf het proberen.

uit je dak gaan

   heel blij of enthousiast zijn

Mijn ouders gingen helemaal uit hun dak toen zij de staatsloterij wonnen.

van kleur verschieten

  je schamen en een andere kleur in je gezicht krijgen

Ik maakte een grote blunder en verschoot direct van kleur. Ik schaamde mij diep.

zich gewonnen geven

zich neerleggen bij verlies

De dief wist dat hij niet meer kon ontsnappen en gaf zich gewonnen.

zich koest houden

     rustig blijven

Gisteren was ik erg brutaal en was mijn moeder woest op mij. Vandaag houd ik mij daarom koest.

op zijn dooie gemak

heel rustig, zonder te haasten

Ook al roept de coach: "Tempo!", de speler loopt op zijn dooie gemak over het veld.

lesdoel

 Thema 4, week 3, Les 11a

OPGAVE 1C

leerkracht.snappet.org