Quiz Franse Revolutie

Quiz: Franse Revolutie + Napoleon
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Quiz: Franse Revolutie + Napoleon

Slide 1 - Tekstslide

Uit hoeveel standen bestond de Franse samenleving?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 2 - Quizvraag

Waar woonde de Franse koning Lodewijk XVI
A
Parijs
B
Marseille
C
Lyon
D
Versailles

Slide 3 - Quizvraag

Welke persoon betaalde belasting in het Frankrijk van de 18de eeuw?
A
Geestelijke
B
Hertog
C
Boer
D
Koning

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de goede betekenis van het begrip:
indirecte bron
A
Een bron die rechtstreeks informatie geeft over gebeurtenissen/personen uit het verleden.
B
Een bron die door iemand is gemaakt die niet bij de gebeurtenis was.

Slide 5 - Quizvraag

1e Stand
2e Stand
3e Stand
geestelijken
adel
boeren en burgers
Betaalt belasting 
grootgrondbezitters
woont een groot deel van het jaar op paleis Versailles

Slide 6 - Sleepvraag

Welk idee kwam van de Fransman Montesquieu?
A
Iedereen is vrij en gelijk geboren
B
Ik ben aangewezen door God om jullie te leiden
C
De macht moeten we in drie delen hakken
D
Alle nieuwe ideeën moeten we opschrijven in een encyclopedie

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een grondwet?
A
Een grondwet is een wet die heel gemakkelijk is om aangepast te worden.
B
De grondwet is een standaard document waar koningen hun handtekeningen onder moeten zetten.
C
Een grondwet is de wetgeving als het gaat over het gebied van de adel.
D
De grondwet is de basis van alle andere wetten. Het is de wet die in grote lijnen het bestuur van een land bepaalt

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurd er in/met Frankrijk nadat de grondwet word ondertekend?

Slide 9 - Open vraag

Hoe noem je de groep ontevreden burgers die in 1787 in opstand kwamen tegen het bestuur?
A
Oranjegezinden
B
Pruisen
C
Patriotten
D
Stadhouders

Slide 10 - Quizvraag

In welk jaar vlucht Willem V naar Engeland?
A
1789
B
1790
C
1795
D
1804

Slide 11 - Quizvraag

Hoe komt Napoleon aan de macht?
A
Doordat zijn vader tijdelijk bestuurder was en macht gaat van vader op zoon.
B
Hij pleegt een staatsgreep
C
Doordat hij het recht krijgt om te regeren van de vorige koning.
D
Hij pleegt een overgave

Slide 12 - Quizvraag

In welk jaar en welke plaats werd Napoleon definitief verslagen?
A
1813, Leipzig
B
1815, Moskou
C
1815, Leipzig
D
1815, Waterloo

Slide 13 - Quizvraag

Wat zien we vandaag de dag nog terug uit de Franse tijd in Nederland?
A
Metriek stelsel, achternaam en woorden
B
Metriek stelsel, continentaal stelsel en burgerlijke stand
C
Metriek stelsel, achternaam en het continentaal stelsel
D
Provinciegrenzen, achternaam en de Belgische taal.

Slide 14 - Quizvraag

De manier van besturen waarbij de koning alle macht heeft?
A
Monarchie
B
Democratie
C
Rechtsstaat
D
Absolutisme

Slide 15 - Quizvraag

In welk jaar kroonde Napoleon zich tot keizer?
A
1799
B
1800
C
1804
D
1815

Slide 16 - Quizvraag

Op welk eiland sterft Napoleon?
A
Sint-Helena
B
Corsica
C
Elba
D
Schiermonnikoog

Slide 17 - Quizvraag

Tips
Bestudeer de leerteksten van H.2 par. 1 t/m 5.
bestudeer de vragen in het WB.
Bekijk de lessen in Lesson-up nogmaals.
Maak een samenvatting. Let op de kopjes in de tekst en de begrippen en opsommingen.

Slide 18 - Tekstslide