IH Lesweek 5: les 1

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Internationale HandelMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je legt uit wie er verantwoordelijk is voor wat bij een bepaalde Incoterm. 
  • Je maakt onderscheid van de verschillende Incoterms. 
  • Je benoemt welke invloed een Incoterm heeft op de exportverkoopprijs.  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transportverzekering
Op pagina 66 van je boek zie je wie waar verantwoordelijk is bij alle Incoterms. 

Er zijn twee Incoterms waarbij de verkoper verplicht is om een transportverzekering af te sluiten. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke Incoterms moet de verkoper verplicht een verzekering afsluiten?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Incoterm kiezen

Slide 5 - Tekstslide

Als je samen met de afnemer kiest voor de E-conditie (EXW), dan zijn de kosten, het risico en de organisatie van het hele transport voor de afnemer. De verkoper hoeft alleen maar het vertrek (Departure) van de goederen mogelijk te maken.
Kies je voor een F-conditie, dan lever jij als verkoper de goederen af bij de hoofdvervoerder. De afnemer regelt en betaalt het hoofdtransport en loopt het risico tijdens dit transport. De verkoper zorgt voor het laden van de goederen, maar is niet verantwoordelijk voor het vervoer zelf (Pre-Carriage).
Bij een C-conditie betaal jij als verkoper het hoofdtransport (Main Carriage) en eventueel de transportverzekering (bij CIF en CIP verplicht). De afnemer loopt het risico over dit hoofdtransport.
Bij een D-conditie ben jij als verkoper verantwoordelijk voor alle kosten, het risico en de organisatie tot de aangegeven plaats van levering (On Carriage).
Douanewaarde
De waarde van de goederen tegen de inkooprijs plus de kosten van transport, verzekeringen en dergelijke tot aan de buitengrens van de EU.

Dit is ook wel de waarde waarover de douane bij invoer in de EU invoerrechten berekent. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Importwaarde 
De waarde van de ingevoerde producten inclusief de invoerrechten. Invoerrechten maken producten duurder.

De douanewaarde en de importwaarde van de producten bereken je over de volledige zending. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Inkoopprijs 500 vogelkooien per stuk € 20,-
(FOB, Shanghai; Incoterms 2020                              € 10.000,-
Kosten zeetransport                                                       € 1.000,-
Kosten transportverzekering                                      € 150,-
Douanewaarde                                                                  € 11.150,-
Invoerrechten, 4% van de douanewaarde            € 446,-
Importwaarde                                                                    € 11.596

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Puzzel
Maak samen in een groepje de puzzel en geef aan welk woord eruit is gekomen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Opdrachten maken die op It's Learning staan. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies