Hoofdstuk 3 ken je doelgroep

Hoofdstuk 3: ken je doelgroep
Mens en activiteit

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: ken je doelgroep
Mens en activiteit

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een doelgroep?

Slide 2 - Woordweb

Een doelgroep is de groep mensen die jij wilt bereiken met je activiteit.

Een doelgroep omschrijf je met de volgende kenmerken:
  • Leeftijd
  • Geslacht
  • Cultuur
  • Interesses 

Slide 3 - Tekstslide

Voordat je dus een activiteit organiseert moet je eerst nadenken over de doelgroep.

Slide 4 - Tekstslide

3.3 Homogene en heterogene groepen
Homogene groepen zijn groepen met de zelfde eigenschappen, interesse, leeftijd of geslacht.

Heterogene groepen zijn groepen met verschillende eigenschappen, interesse, leeftijd of geslacht.

Slide 5 - Tekstslide

3.4 informatie verzamelen
CBS = Centraal Bureau Statistiek: verzamelt demografische gegevens van alle gemeenten in Nederland 

Demografische gegevens geven je informatie over de bevolking in een gemeente per wijk. 

Bv.: 
hoeveel mannen / vrouwen
culturele achtergrond
werkend / werkloos 


Slide 6 - Tekstslide

Bij activiteit organiseren, rekening houden met:
Ontwikkelingsfase en de Gezondheid
Bv. Bij kookactiviteit, weten en rekening houden met allergieën
 

Slide 7 - Tekstslide

Ontwikkelingsfase, gezondheid en sociale omgeving
Je sociale omgeving zijn de mensen met wie je veel te maken hebt. Bijvoorbeeld: Vrienden, familie, buren, sportclub, collega's


Sociale omgeving 
Sociale omgeving = de mensen met wie je veel te maken hebt:
  • Vrienden
  • Familie
  • Buren
  • Mensen v/d sportclub / hobby
  • Collega’s op het werk 

Slide 8 - Tekstslide

Cultuur
Cultuur = alle gewoontes en gebruiken van een bepaalde groep mensen 
En de daarbij behorende waarden en normen

  • Waarden = de dingen die je belangrijk vindt 
bv. eerlijkheid, respect, vriendschap
  • Normen = de regels waardoor je deze waarden kunt uitvoeren 
=> normen heb je nodig om je waarden na te leven 
→ de norm laat zien hoe je je gedraagt volgens jouw eigen waarden
bv. niet liegen, niet stelen, u zeggen tegen ouderen 

Slide 9 - Tekstslide

Multiculturele samenleving
  • Multicultureel = verschillende culturen (uit verschillende landen) vreedzaam naast elkaar bestaan en leven
  • Migratie = verhuizen naar een ander land
  • Emigratie = verhuizen naar het buitenland => emigrant
  • Immigratie = als je een ander land in komt => immigrant 
Waarom verhuizen naar een ander land?
  • Avontuur
  • Klimaat
  • Werk
  • Vluchten 

Slide 10 - Tekstslide