hv1A De celkern

Een eerste LessonUp-les
leerdoelen:
- waarom cellen delen
- hoe cellen delen
- hoe DNA er uitziet
- wat je met DNA kunt doen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Een eerste LessonUp-les
leerdoelen:
- waarom cellen delen
- hoe cellen delen
- hoe DNA er uitziet
- wat je met DNA kunt doen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

In het lichaam van een jongen van 12 jaar ontstaan voortdurend miljoenen cellen.
Waarvoor zijn al deze cellen nodig?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Voorafgaand aan een celdeling ontstaan twee kernen.

Wat is er met het DNA gebeurd voordat deze twee kernen konden ontstaan?

Slide 6 - Open vraag

C
G
T
A
T
G

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Link

Na de dood van Chao's rijke ouders stond opeens Jianguo op de stoep. "Ik ben je broer" zei hij.
Kan op grond van dit deel van het DNA-verwantschapsonderzoek Jianguo inderdaad een broer van Chao zijn?
A
Nee, niet alle bandjes zijn hetzelfde als bij Chao
B
Nee, want Jianguo heeft andere bandjes van de vader gekregen
C
Ja, evenveel bandjes van de vader als van de moeder
D
Ja, sommige bandjes hebben ze hetzelfde net als hun vader

Slide 9 - Quizvraag

DNA verwantschap
Een kind krijgt altijd de helft van zijn chromosomen / DNA van de moeder en de andere helft van de vader. Anders gezegd, als ouder geef je altijd de helft van je chromosomen aan ieder kind. Maar welke helft je geeft of krijgt weet je vooraf nooit, dat verschilt altijd. Daarom lijk je voor bepaalde kenmerken meer op je vader of zus en op andere kenmerken meer op je moeder of andere broer of zus, of juist helemaal niet.
ouders kunnen een bandje beiden hebben, maar dan hoeft dat niet perse ook bij hun kind aanwezig te zijn
de broers moeten evenveel bandje van hun vader als van hun moeder hebben, maar dat hoeven niet dezelfde te zijn
wanneer bandjes op dezelfde hoogte zitten dan bestaan ze uit een gelijk aantal herhaaleenheden.
de broers moeten evenveel bandje van hun vader als van hun moeder hebben, maar dat hoeven niet dezelfde te zijn

Slide 10 - Tekstslide

Welke drie dingen heb je deze les geleerd?

Slide 11 - Open vraag