4 - Lenzen § 1 Bolle en holle lenzen (2020)

Bolle en holle lenzen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Bolle en holle lenzen

Slide 1 - Tekstslide

Toepassing Lenzen

Slide 2 - Woordweb

Lenzen
voorbeelden:
*  een bril
*  in fototoestel
*  een vergrootglas
*  een lens in een oog
*  een lens op het oog 
   (= contactlens)

Slide 3 - Tekstslide

Soorten lenzen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Lichtbreking
Licht beweegt in rechte lijnen.

Maar wanneer licht door een doorzichtig materiaal gaat (glas, kunststof of water), geldt die regel niet meer.
De lichtstralen worden dan afgebogen (= gebroken).

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Lichtbronnen
*  Puntbron: Licht komt uit een bron.

*  Divergente lichtbundel:  
   Lichtstralen bewegen uit elkaar  

*  Convergente lichtbundel:  
   Lichtstralen bewegen naar elkaar toe

*  Evenwijdige lichtbundel:  
   Lichtstralen gaan niet uit elkaar. 
   Ze lopen evenwijdig (laser)

Slide 8 - Tekstslide

We kennen drie soorten lichtbundels
Divergente lichtbundels

*  De meeste lichtbronnen maken een 
   divergente bundel. 

*  Dit is een bundel die steeds groter wordt. 

*  Bijvoorbeeld een zaklamp. Als je een
    zaklamp dicht bij de muur houdt is de 
    bundel klein. Als je verder weg gaat staan 
    wordt de bundel groter.

Slide 9 - Tekstslide

Evenwijdige lichtbundel
*  Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 

*  Deze bundel wordt niet groter en niet 
    kleiner. 

*  Dit is handig omdat deze bundel zijn 
    energie veel langer vast houd dan een 
    divergente bundel. Hierdoor schijnt een 
    laser heel ver.

Slide 10 - Tekstslide

Convergerende lichtbundel
*  Deze lichtbundel wordt steeds 
    kleiner.

*  Op de foto hiernaast zie je links  
   de lichtstralen evenwijdig 
   op een bolle lens invallen. Deze 
   gaan achter de lens (rechts) 
   convergerend verder.

Slide 11 - Tekstslide

Positieve lenzen (convergerende werking)

Slide 12 - Tekstslide

Negatieve lenzen (Divergerende werking)

Slide 13 - Tekstslide

Bolle Lens
Positieve lens
*  convergerende werking (lichtstralen worden naar elkaar 
   toegebogen)

*  hoe sterker de lens (hoe boller de lens is) , hoe sterker de     convergerende  werking: het brandpunt (F) komt dichter bij     de lens te  liggen

Slide 14 - Tekstslide

Holle Lens
Holle lens:

*  negatieve  lens

*  divergerende werking (lichtstralen worden uit elkaar                gebogen)

Slide 15 - Tekstslide