Dag 5

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Thema 3

Wonen

gelukkig

• een blij gevoel
• een tevreden gevoel
• zin: Ik ben gelukkig als ik zing.
• zin: Wat maakt je gelukkig? 

22

het gordijn

• een stuk stof wat voor het raam hangt.
• het gordijn - de gordijnen
• zin: Ik doe het gordijn open. 
  
• zin: Het gordijn is nog dicht.

23

hard

• 1) luid
• met een hoog volume
• 2) erg stevig 
• steen, ijzer
• zin: Ik hoor een harde knal.
• zin: Zij valt hard op de vloer.

24

het huis

• een gebouw waar je in woont
• het huis - de huizen
• zin: Mijn huis is klein.
• zin: Ik woon samen met mijn familie in een groot huis. 

26

in

• in < > uit
• zin: Ik woon in een huis
• zin: De poes zit in de doos. 

27

Wanneer ben jij gelukkig?

22

Maak een zin met:
het/een gordijn

23

A - Mijn tafel is hart.
B - Mijn hoofd is hard.
C - Ik heb een hart in mijn lichaam.

24

1. A - fout B - goed C - fout
2. A - fout B - fout C - goed
3. A - fout B - goed C - goed
4. A - goed B - goed C - goed

Hoe ziet het huis eruit in jouw eigen land?

25

De docent zegt elke dag: De telefoon moet .......... de telefoontas.

26