Comva 1 2021 kennis van theorieonderzoek

Hoe was het ook alweer?
Communicatie-aspecten
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoe was het ook alweer?
Communicatie-aspecten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen horen en luisteren?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat was ook alweer het verschil tussen beide schema's?

Slide 5 - Open vraag

Wat is tweezijdige communicatie?

Slide 6 - Open vraag

Schrijf een concreet voorbeeld op van non-verbale communicatie en een voorbeeld van verbale communicatie.

Slide 7 - Open vraag

Formeel
Informeel
Telefoonnotitie
Sollicitatiebrief
Ansichtkaart
E-mail naar docent
E-mail naar je opa
Sms naar je baas
Appje naar je vader
Instagram
Verslag

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

actieve luisterhouding

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Opdracht empathie
Empathie tonen betekent meelevend reageren. Je verplaatst je in de ander en voelt met diegene mee. 

•Schrijf op of jij vindt dat er in het filmpje met voldoende empathie wordt gereageerd en waarom.

Slide 13 - Tekstslide

Gedrag
Gedrag = Alle activiteiten van een persoon die anderen kunnen waarnemen. Zoals: lopen, slapen, praten, lachen en huilen.

Gedrag wordt bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen. Kinderen leren van ouders, doen andere kinderen na en door belonen/straffen gaan ze bepaald gedrag vaker of minder vertonen.

Slide 14 - Tekstslide

Gedrag vertoont grote overeenkomsten door:
1. Cultuur. 
Opvoeding wordt van generatie op generatie doorgegeven. Het gezin en de sociale klasse spelen hierin een grote rol. 
Cultuur = het geheel van normen, waarden, opvattingen en gewoonten binnen een bepaalde groep of samenleving

2. De mens (dus een kind ook) is een sociaal wezen. 
Mensen hebben de behoefte bij een groep te willen horen, zich te verbinden. Je gedrag aanpassen is de ideale manier om bij een bepaalde groep te horen. 

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht gedrag
Marieke vindt het belangrijk dat mensen die ouder zijn dan zij met U worden aangesproken. Marieke haar klasgenoot ontmoet Marieke haar oma en zegt; ‘wat leuk om je te ontmoeten’! 

Schrijf op:
•Hoe zou Marieke kunnen reageren?
•Hoe heeft wat jij belangrijk vindt effect op jouw gedrag?
•Heb jij bepaalde verwachtingen van andermans gedrag?
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Persoonlijkheid
Persoonlijkheid = het totaal aan eigenschappen dat iemand kenmerkt, waardoor deze persoon verschilt van andere mensen.

We hebben de neiging om mensen in hokjes te plaatsen. Zoals een gezellige dikkerd of magere heks. Een doener of een denker.

Slide 17 - Tekstslide

Type mensen

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht reactie
Kamil zit naast jou in de klas en je merkt aan hem dat hij de hele ochtend al discussies aan gaat. Na 3 vervelende opmerkingen die aan jou gericht zijn ben je het zat, je zegt; ‘Kamil, nu moet je eens even stoppen met je chagrijnige gedoe’.

•Hoe had je anders kunnen reageren? 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Je bent introvert als je...
A
Houdt van rumoer om je heen
B
Houdt van voorspelbaarheid
C
Houdt van op de voorgrond staan
D
Houdt van grote groepen mensen

Slide 22 - Quizvraag

Persoonlijkheid
Persoonlijkheid = het totaal aan eigenschappen dat iemand kenmerkt, waardoor deze persoon verschilt van andere mensen.

Karakter zijn de eigenschappen die vaststaan, die stabiel zijn. Je hebt ze van kinds af aan en ze zijn moeilijk zelf te veranderen.

Temperament is de aangeboren manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.



Slide 23 - Tekstslide

Identiteit
Identiteit = het geheel aan eigenschappen die iemand als eigen en gemeenschappelijk aan zichzelf ervaart, in de situaties dat hij zich vergelijkt met anderen.

Het gaat om wie jij bent en om de groepen waartoe je behoort (gezin, familie, collega's, dorp)

Persoonlijkheid gaat over wie jij van binnen bent, identiteit gaat over wie jij van buiten bent

Slide 24 - Tekstslide

voetbalteam: gezamenlijke identiteit met verschillende persoonlijkheden

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video


Als je voor de televisie zit, is dit eenzijdige communicatie of tweezijdige communicatie?
A
eenzijdige communicatie
B
tweezijdige communicatie

Slide 27 - Quizvraag

Noem voorbeelden van non-verbale communicatie

Slide 28 - Woordweb

Hij roept hard:"Zit!"

Slide 29 - Tekstslide

"Zit!" = onvriendelijk, hard schreeuwend

A
inhoudelijk aspect (de boodschap, wat)
B
relationeel aspect (de manier waarop, hoe)

Slide 30 - Quizvraag


"Zit!" =
"wil je gaan zitten?"
A
inhoudelijk aspect (de boodschap, wat)
B
relationeel aspect (de manier waarop, hoe)

Slide 31 - Quizvraag

zoek een plaatje/ foto van een actieve luisterhouding

Slide 32 - Open vraag

extra opdracht
Ga naar www.16personalities.com/nl/persoonlijkheidstest

•Schrijf op wat er voor jou uit de test kwam
•Wat was verrassend? Wat wist je al?


Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide