Present perfect

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
1. Wanneer je de Present Perfect gebuikt.
2. Hoe je de Present Perfect vormt.
3. Kan over het algemeen veranderingen van onderwerp volgen in formele discussies  
4. Kan beperkte informatie uitwisselen over vertrouwde en alledaagse zaken van praktische aard.
5. Kan korte, eenvoudige opdrachten en aanwijzingen geven en opvolgen.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer zouden we de present perfect gebruiken?
A
nu-toekomst
B
vroeger-nu
C
nu
D
toekomst

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik
1) om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang.
Ex: Lee has lived in New York since the summer of 2006 
2) te praten over ervaringen (in iemands leven) tot nu toe.
 I’ve never been on a sailboat in my life.
3) te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en dat je daar nu het resultaat van merkt.
 Karim feels naeseous. He’s eaten too many fries.  

Slide 6 - Tekstslide

Vorm
Have/Has + voltooid deelwoord 
Voltooid deelwoord? 
Optie A: Regelmatige werkwoorden ww+ed
Optie B: Onregelmatige werkwoorden (3e rij  blz. 261)

vb. Optie A: They have worked for a long time.
vb: Optie B: She has taken her medicine.

Slide 7 - Tekstslide

Kunnen we zelf een voorbeeld zin bedenken met de present perfect?
Dus van vroeger tot nu

Slide 8 - Open vraag

Vragen stellen have/has + ow  + volt. dw.
Have you ever seen the sunset?
Have we eaten today?
Has she written a letter to him?
Has John left the room already?





Slide 9 - Tekstslide

Ontkenningen: haven't/hasn't + volt. dw.

I haven’t lived in The Netherlands before.
We haven’t listened to classical music until now.
He hasn't watched the movie yet. 

Slide 10 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN - FYNE JAS!
  • F   for - (nu) al
  • Y   yet - al (in vraagzinnen)
  • N   never - (nog) nooit
  • E   ever - ooit

  • J   just - net
  • A   already - al; always - altijd
  • S   since - sinds; so far - tot dus ver

Slide 11 - Tekstslide

past simple
is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ww + ed /
2e vorm onr

yes
no
no
yes

Slide 12 - Tekstslide

Quiz timeeeee

Slide 13 - Tekstslide

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
hele ww + ED
B
het derde rijtje van de irregular verbs
C
hele ww + S bij he / she / it
D
has / have + voltooid deelwoord

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
My cat finally caught the mouse.
B
His cat hasn't caught a mouse since last year.
C
My dog never catches anything.
D
Did you get caught?

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has eaten 3 sandwiches so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 16 - Quizvraag

Make the present perfect:
(I / go / to the library today)

Slide 17 - Open vraag

Make the present perfect:
(you / keep a pet for three years)

Slide 18 - Open vraag

He ..............(never to be)
a superhero

Slide 19 - Open vraag

Wanneer gebruik ik ook al weer de Present Perfect?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de vorm van de Present Perfect? Bevestigend, Ontkennend en Vragend

Slide 21 - Open vraag

Welke zin staat in de present perfect?
A
I closed the door
B
I have closed the door
C
I am closing the door
D
I close the door

Slide 22 - Quizvraag

Maak de present perfect:
I...... (not/work) today.

Slide 23 - Open vraag

Maak de present perfect:
We ..... (buy) a new lamp.

Slide 24 - Open vraag