2.5 Europa, Azië en Afrika

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Vandaag:

Introductie op 2.5 ´Europa, Azië en Afrika'

Terwijl het in Europa rommelt - nasleep WOI, economische crisis, opkomst totalitaire staten - rommelt het ook in de Europese kolonies

Doelen: 

1. (Voorkennis activeren)
   Je kunt uitleggen waarom het Europa lukt om zoveel koloniaal gebied te veroveren en te beheersen
   
2. Je kunt uitleggen dat WOI en nationalisme ervoor zorgen dat het begint te rommelen in de kolonies 

2.5 Europa, Azië en Afrika

Lesopening: Modern imperialisme

Lesdoel: voorkennis van koloniën en hoe waren de verhoudingen?

Terugblik: verzuiling

Instructie: 

Modern imperialisme

Welke drie factoren droegen bij aan het modern imperialisme (de snelle verovering van enorme koloniale rijken)?

Hoe zou het opkomend nationalisme in Europa ook de kolonies kunnen bereiken?

1. De Europeanen vonden het nationalisme zo belangrijk, dat ze het hun kolonies ook bijbrachten
2. Lokale mensen die Europa bezochten voor bijv. onderwijs, kwamen in aanraking met het nationalisme en namen dat mee terug
3. Door de Eerste Wereldoorlog, waar ook mensen vanuit de kolonies aan meevochten, werd het nationalisme versterkt
4. Via de telegraaf en stoomschepen verspreidden nationalistische ideeën zich sneller, ook naar de kolonies

Nationalisme in de kolonies

1. Lokale elite (o.a. Gandhi in Brits-Indië, Soekarno in Nederlands-Indië) volgde onderwijs (in Europa) en kwamen in aanraking met nationalistische ideeën, vrijheid, democratie, zelfbestuur
   
   
2. Steeds meer bewustwording: wij worden (onterecht) onderdrukt; wij hebben recht op meer rechten, invloed op het bestuur, etc. 
   
   
3. De Eerste Wereldoorlog: deelname vanuit de kolonies + Europese grootmachten die ernstig verzwakt uit de oorlog komen 

Wat wil 

de

tekenaar

duidelijk

maken?

Van harte welkom!

Vandaag:

• herhaling vorige les (modern imperialisme en groeiend nationalisme in de Europese kolonies)
• Toepassen op opdr. 1 en 2 uit WB 2.5
• Plannen van een toets over H2, 2.1 t/m 2.5
  
  

Het Midden-Oosten in het Interbellum

• T/m WOI onderdeel van het Ottomaanse (Turkse) Rijk (Centralen)
• Na WOI opgesplitst door Britten en Fransen

Drie stromen

1. Sjiietisch 
   Orthodox: streng in de leer, volgens de oorspronkelijke traditie
   (Koran, Hadith)
2. Soennietisch
   Orthodox
3. Seculier

Toepassing

1. Maken WB 2.5 opdr. 3 en 4
   
   
2. Lezen artikel NOS 'Hagia Sofia na 86 jaar weer moskee'
   
   
3. Maak een korte samenvatting (50-100 woorden) van dit artikel door antwoord te geven op de vraag:
   Waarom is het zo bijzonder dat de Hagia Sofia weer een moskee is?
   
   
4. Antwoord/samenvatting in LessonUp invoeren

Waarom is het bijzonder dat de Hagia Sofia weer een moskee is?

Van harte welkom!

Vandaag: 2.5 (slot) - Europa en Afrika in het interbellum

We leren vandaag in hoeverre actuele conflicten in Afrika (Ethiopië en Zuid-Afrika) te herleiden zijn tot conflicten in Ethiopië en Zuid-Afrika tijdens het interbellum

Programma

1. Doel vorige les herhalen
2. Introductie 'Europa en Afrika'
3. Uitleg + aantekening
   Modern imperialisme in Afrika
4. Toelichting groepsopdracht
5. Uitwerking groepsopdracht

De verhoudingen tussen Europa en het Midden-Oosten in het interbellum
(leerdoel vorige les)

Wedloop om Afrika

• Modern imperialisme
• Nationalisme
• Opdeling van Afrika

• Grote gevolgen voor stam- en volkerenstructuren 
• Ethiopië (Abessinië) blijft zelfstandig, tot 1936 (Italië)
• Vanaf 1941 wordt Ethiopië Brits 
• Smeltkroes van stammen en volkeren met eigen culturen, tradities, talen

Zuid-Afrika

• Nederlandse kolonie (VOC) rondom Kaapstad
• Eind 19e eeuw Britse opmars (from Capetown to Cairo)
• Boeren/Afrikaners (blank) domineren en overheersen oorspronkelijke bevolking
• Enorme goud- en diamantvoorraden (regio Johannesburg)
• Apartheid ontstaat: kleine, blanke minderheid domineert en discrimineert lokale bevolking

Lesopdracht 

We maken groepjes van drie tot vier personen (de meester deelt in) en als groepje 

• lees je het tekstgedeelte uit 2.5 over Europa en Afrika in het interbellum
• verdiep je je (via de NOS) in het huidige conflict in Ethiopië 
• verdiep je je (via de NOS) in moorden op witte boeren in Zuid-Afrika
• zoek je naar overeenkomsten en verschillen tussen conflicten in Ethiopië en Zuid-Afrika in het interbellum (2.5) en nu
• zoek je naar (mogelijke) verbanden tussen toen en nu
• Zet dit alles in een een bestand (Word, PPT, ...) en lever dat einde van de les/begin volgende les in (donderdag 3 december) 

Van harte welkom!

Doelen:

1. Je weet op basis van je vorige toets(analyse) waar je bij (de voorbereiding op) de volgende toets extra op moet letten
2. Je kent de vakvaardigheden 'betrouwbaarheid', 'continuïteit en verandering' en 'representativiteit' en kunt deze toepassen

Programma

• Inleveren lesopdracht Ethiopië en Zuid-Afrika 
  
  
• Inzien toets-analyse H6&H1
• Formuleer één leerdoel voor jezelf voor de toets
  
  
• Vakvaardigheden - uitleg + oefen

Overeenkomsten

Ethiopië

- Wrede oorlog

- Moderne wapens zaaien dood en verderf

Zuid-Afrika

- Conflicten tussen blanke en zwarte bevolking

- economische factoren

Verschillen

Ethiopië

- Italië vs. Ethiopië in jaren 1930, nu burgeroorlog

- Koloniale motieven in jaren 1930, waar nu geen sprake meer van is

Zuid-Afrika

- Inmiddels is de apartheid afgeschaft, dus de zwarte bevolking heeft veel meer rechten dan begin vorige eeuw

- Er waren blanken aan de macht, nu (voornamelijk) zwarten

Verbanden

- De sporen van het koloniale systeem werken door (blank vs. zwart in Z-A, de etnische verschillen en verscheidenheid in Ethiopië)

- Groepen die in het verleden de macht hadden, of juist niet, bevinden zich daardoor nu in een andere positie

Vakvaardigheden

• Bruikbaar
  Bevat de bron informatie voor onderzoek?
  
  
• Betrouwbaarheid
  1. Uit de tijd zelf - ooggetuige, betrokkene (primaire bron), of later (secundaire bron)?
  2. Soort bron - bedoeld om de waarheid te vertellen, of bedoeld om persoonlijke mening te uiten
  3. Wie de bron gemaakt heeft - partijdig, tegenstander/voorstander, of objectief iemand 
  
  
• Continuïteit en verandering
  Blijft iets over langere tijd hetzelfde, of verandert er iets?
  
  
• Representativiteit
  Is het een voorbeeld van een groter geheel? 

Je doet onderzoek naar hoe de meeste Italianen dachten over Mussolini en je vindt een dagboekfragment uit 1936 van een parlementslid van de fascistische partij.
Is de bron bruikbaar voor je onderzoek?

1. Ja
2. Nee

Je doet onderzoek naar hoe Italianen dachten over Mussolini en je vindt een dagboekfragment uit 1936 van een parlementslid van de fascistische partij.
Is de bron betrouwbaar voor je onderzoek?

1. Ja
2. Nee

Je doet onderzoek naar hoe de meeste Italianen dachten over Mussolini en je vindt een dagboekfragment uit 1936 van een parlementslid van de fascistische partij.
Is de bron representatief?

1. Ja
2. Nee

Voorbereiding toets - maandag af

Heb je vooral R en T1 onvoldoende beantwoord? Dan maak je WB 2.5 Herhaling (blz. 59-61)

Heb je vooral T2 en I onvoldoende beantwoord? Dan maak je WB 2.5 'Verdieping' (blz. 62-65)

Test Jezelf (blz. 56-58) kan je op een eigen moment maken