Mavo 3 thema 2.4

Thema 2.4
2.4.1 Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
2.4.2 Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
2.4.3 Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
2.4.4 Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2.4
2.4.1 Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting.
2.4.2 Je kunt de verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen.
2.4.3 Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven.
2.4.4 Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.

Slide 1 - Tekstslide

Bevruchting
Eicel = groot -> veel reservevoedsel voor eerste ontwikkelingen
Zaadcel = klein -> geen reserves, zit in het vocht 

Zaadcel leeft +/- 3 dagen in de vrouw
Eicel leeft 12/24 uur in de vrouw

Slide 2 - Tekstslide

Bevruchting
Vindt plaats in de eileider
1 eicel binnen? -> eicel ondoordringbaar

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Zwanger worden
Eicel bevrucht -> gele lichaam blijft -> geeft hormonen voor baarmoederslijmvlies
Bevruchte eicel deelt (mitose) -> gaat naar baarmoeder (5/12 dagen)
Innesteling -> eicel gaat in het baarmoederslijmvlies

Slide 5 - Tekstslide

Innesteling
eerste 8 weken na de bevruchting = embryo 
Embryo maakt hCG -> gele lichaam in stand houden
hCG -> remt follikelrijping -> geen nieuwe eicellen

Week na innesteling hCG in het bloed (dus urine) van de vrouw
Dus zwangerschapstest meet hCG

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Placenta
Embryo neemt zuurstof en voedingstoffen uit het baarmoederslijmvlies op.

Placenta (moederkoek) bestaat uit weefsel van de moeder en het embryo.
Bloed van de moeder stroomt niet door de baby. Ze wisselen stoffen uit in de placenta.

Slide 8 - Tekstslide

Stofwisseling
Naar de baby toe: Voedingsstoffen (glucose bijv.) en zuurstof
Van de baby weg: Afvalstoffen en koolstofdioxide

Ook ziektes en schadelijke stoffen kunnen naar de baby toe. 
Daarom geen drugs, drank en roken tijdens zwangerschap.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Navelstreng en vruchtwater
Navelstreng bestaat uit 3 bloedvaten: 2 slagaders 1 ader.

Slagaders
Ader
Stroomrichting
van embryo weg
naar embryo toe
Bevat veel
CO2 + afvalstoffen
Zuurstof + voedingsstoffen
Bevat weinig
Zuurstof en voedingsstoffen
Koolstofdioxide en andere afvalstoffen

Slide 12 - Tekstslide