23/01/23 Thema 3 De bloedsomloop Basisstof 2 De bloedsomloop

Lesplanning
  • Voorkennis opfrissen (5 minuten)
  • Instructie basisstof 2 De bloedsomloop (10 minuten)
  • Oefening: Polsslagmeting
  • Opdrachten maken (20 minuten)
  • Evaluatie en afronding (5 minuten)
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning
  • Voorkennis opfrissen (5 minuten)
  • Instructie basisstof 2 De bloedsomloop (10 minuten)
  • Oefening: Polsslagmeting
  • Opdrachten maken (20 minuten)
  • Evaluatie en afronding (5 minuten)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk bloedbestanddeel beschermd tegen ziekteverwekkers?
A
Bloedplasma
B
Witte bloedcel
C
Rode bloedcel
D
Bloedplaatjes

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bloedcellen hebben geen vaste vorm?
A
Bloedplaatjes
B
Rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de stof in de rode bloedcellen die voor zuurstoftransport zorgt?
A
Hemoglozine
B
Hemoblobine
C
Hemoglorine
D
Hemozeem

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5

Slide 5 - Video

Bloed in een beroepencontext (laboratoriummedewerker)
Bloed in leefwereldcontext (donorschap)
00:27
Bloeddonatie kan vanaf de leeftijd 18 jaar. Zou jij bloeddonor willen worden?

Slide 6 - Woordweb

Als docent stuur ik in het klassengesprek: voordelen en nadelen. Deze worden uitgewisseld onder elkaar om de leerlingen de vaardigheid: luisteren naar elkaar en respect voor elkaars standpunten. 

00:45
Hoeveel bloed wordt er gedoneerd?
A
Kwart Liter
B
Halve Liter
C
Hele Liter

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:15
Waarvoor wordt het rubber balletje gebruikt?

Slide 8 - Woordweb

Zodat de spieren van de arm de bloedstroom bevorderen. De handspieren oefenen dan druk uit op de wanden van de ader, waardoor het bloed blijft stromen. Er heerst namelijk geen bloeddruk in de aderen. Alleen in de slagaders wordt er een grote kracht uitgeoefend op de wanden van de slagaders. 
03:01
In welk orgaan worden de bloedplaatjes gemaakt?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

03:25
Waar wordt bloedplasma voor gebruikt?
A
Brandwonden
B
Bloedstolling
C
Medicijnen
D
Bestrijding infectie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 2 De bloedsomloop
Het bloed vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar alle cellen. Afvalstoffen en koolstofdioxide worden door het bloed afgevoerd naar de uitscheidingsorganen, zoals de nieren en de longen. Een netwerk van bloedvaten bereikt alle plaatsen in je lichaam. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen (de namen van de bloedvaten).
  • Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe begrippen
Bloedvatenstelsel - Bloedsomloop 
Slagaders - Haarvaten - Aders
Poortader
Kleine bloedsomloop - Grote bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop
Kleppen




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bloedvatenstelsel bestaat uit:
  • Hart
  • Bloedvaten 

De weg die het bloed aflegt in het lichaam, noemen we: bloedsomloop.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen zie je? 

Slide 15 - Woordweb

Ik vraag de leerlingen de verschillen wat ze zien als er naar de drie typen bloedvaten gekeken wordt. Door erover na te denken en zelf de kenmerken te benoemen, kan ik als docent vragen en aanwijzingen geven om de leerlingen ook de functie te koppelen aan de kenmerken. (Vorm & Functie)

0

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een bloedvat van het hart wegstroomt, dan noemen we dat type bloedvat een...

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de uitzonderingen met het benoemen van de bloedvaten?

Slide 18 - Woordweb

Uitzondering namen:
Aorta
Holle ader
Poortader
Orgaanstelsels en organen

Slide 19 - Tekstslide

Om de bloedvaten te kunnen benoemen dienen de leerlingen wel een goede basiskennis te hebben over de verschillende organen die van belang zijn. 

De bloedvaten van waaruit het hart het bloed naar alle organen pompt dat zijn de slagaders. Dit in verband brengen met de afbeelding waarop ze de verschillende kenmerken van de bloedvaten moesten benoemen eerder in deze les. Er dient zoveel als mogelijk kennis aan elkaar gekoppeld te worden om er betekenis aan te kunnen geven. 
Ook doordat vele overeenstemmende onderwerpen in verschillende contexten gegoten worden. 
Welk orgaan behoort niet tot het spijsverteringsstelsel?
A
Maag
B
Twaalfvingerige darm
C
Longen
D
Slokdarm

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hart is een dubbele pomp
Dubbele bloedsomloop

Slide 21 - Tekstslide

Ik zal de leerlingen vertellen over het hart van een varken die ik zal tonen tijdens de volgende basisstof. 
Zo creëer ik hopelijk nieuwsgierigheid en enthousiasme. 
Een varkenshart lijkt op een mensenhart. 

Slide 22 - Video

Gepubliceerd in 2022
Enkele bloedsomloop
Dubbele bloedsomloop

Slide 23 - Tekstslide

Ik ga ervan uit dat de leerlingen weten dat vissen kieuwen hebben voor de ademhaling. Wij hebben de longen. Ze weten ook dat de stofwisseling in de haarvaten plaatsvindt. 


Waarom zitten er erg veel haarvaten in de staart van de vis? Wat zouden daar de voordelen van zijn?

Slide 24 - Open vraag

Ik probeer met deze vraag te differentiëren. Ik wil proberen dat de leerlingen de verbinding tussen vorm & functie kunnen herkennen. Een doorlopend thema in de biologie. 


Wat wordt eigenlijk bedoeld met dubbele bloedsomloop?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten bloedsomsloop
Wel bloed
Open bloedsomloop
Geen bloed

Slide 26 - Tekstslide

Het grote voordeel van een gesloten bloedsomloop is de efficiënte afgifte van zuurstof en voedingsstoffen in weefsels. Het bloed stroomt onder hoge druk in een gesloten bloedsomloop. Hierdoor kan het bloed sneller passeren en een hoog distributieniveau in het lichaam bereiken.


Vissen hebben ook een gesloten bloedsomloop, maar wel een enkele bloedomloop. Dat betekent dat het bloed slechts één keer door het hart gepompt wordt. Hierdoor zal het tran
Slagaders
  • Wanden zijn dik
  • Wanden zijn gespierd
  • Wanden zijn elastisch

Druk op de wanden van het bloedvat (bloeddruk) is hoog.

Door de slagaders stroomt het bloed weg van het hart.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aders
- dunnere spierlaag
Minder elastisch
-kleppen
-lage bloeddruk
-vervoeren bloed terug naar het hart.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haarvaten
Kenmerken:
  • De wand bestaat uit maar één laag cellen.
  • In de haarvaten neemt de bloeddruk sterk af.

Functie: 
Stofwisseling

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Polsslagmeting
Bij de pols ligt de slagader vlak onder de huid. 

Slide 30 - Tekstslide

Slagaders liggen dieper dan aderen. De bloeddruk in de aderen is laag en je kunt geen hartslag voelen in de aderen.
Polsslagmeting
Noteer de resultaten op een post-it:
Meting 1 zittende rusttoestand 
Meting 2 na 20 keer in de lucht springen. 
Meting 3 nadat je de meting 1 en 2 bij een ander hebt uitgevoerd. 

Iedere meting de polsslagen 1 minuut tellen. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sport jij?
VAAK
SOMS
NOOIT

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat waren de resultaten van jouw polsslagmeting? M1 - M2 - M3

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken...
Maak opdrachten 1 tot en met 8 op het stencil.

Tijd over? Er liggen puzzels klaar om begrippen te oefenen. 

Mogen worden de opdrachten klassikaal nagekeken, dus zorg dat ze dan af zijn. Tijdens de les krijg je daar nog minimaal 20 minuten tijd voor. 

                                                                                                                    


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hebben jullie deze les ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies