par 4.1 en 4.2

Nog eventjes over paragraaf 4.1
- armoedegrens
- koopkracht
- ontwikkelingslanden

Alles wat DIKGEDRUKT is noteer je in je aantekeningenschrift/map!!!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nog eventjes over paragraaf 4.1
- armoedegrens
- koopkracht
- ontwikkelingslanden

Alles wat DIKGEDRUKT is noteer je in je aantekeningenschrift/map!!!

Slide 1 - Tekstslide

Armoedegrens
De armoedegrens geeft aan hoeveel geld je elke dag nodig hebt voor eten, een onderdak en kleding.​


In de wereld zijn grote verschillen in armoede.​
Welke conclusie kun je trekken uit deze grafiek?


Slide 2 - Tekstslide

Welke conclusie is juist?
A
De armoede in de wereld lijkt toe te nemen
B
De armoede in de wereld lijkt af te nemen
C
Er is geen armoede meer in de wereld

Slide 3 - Quizvraag

Welk deel van de wereld blijft achter?
A
Oost-Azië
B
Europa
C
Zuid-Amerika
D
Afrika

Slide 4 - Quizvraag

Welk land is het rijkst?
In Zwitserland verdienen de mensen gemiddeld 60.000 euro per jaar.

In Nederland verdienden de mensen gemiddeld 47.500 euro per jaar.

In India verdienden de mensen gemiddeld 6500 euro per jaar.

Slide 5 - Tekstslide

Wie is het rijkst?


Klaas verdient in Nederland 30.000 euro per jaar.

Rohan verdient in India 11.000 euro per jaar.

Slide 6 - Tekstslide

Koopkracht
= hoeveel je kunt kopen voor één euro.
In India koop je heel veel voor één euro. Dus de koopkracht is daar hoog.
Maar, de mensen verdienen erg weinig!

Slide 7 - Tekstslide

Paragraaf 4.2 
Meten van welvaart en welzijn

Slide 8 - Tekstslide

Drie manieren om welvaartsverschillen tussen landen te meten:​
​1.  Bruto binnenlands product per hoofd (BBP/hoofd). Dat is alles wat in een jaar wordt verdiend delen door het aantal inwoners.​
2.  De kwaliteit van het welzijn (levensomstandigheden van de mensen).​
3. De verdeling van de beroepsbevolking over de sectoren.  


Slide 9 - Tekstslide

Het BBP/hoofd
= alles wat er in één jaar in een land wordt verdiend / aantal inwoners van dat land.


Het BBP/hoofd zegt iets over de welvaart in een land.

Slide 10 - Tekstslide

Welzijn meet je door te kijken naar:​

1. levensverwachting
2. koopkracht​
3. alfabetiseringsgraad 





Slide 11 - Tekstslide

Welzijn in de wereld

Slide 12 - Tekstslide

Er is een duidelijk verband tussen welvaart en welzijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Welzijn in de wereld

Slide 14 - Tekstslide

Beroepsbevolking
 = Alle mensen die tegen betaling werken (plus de werklozen).

Mensen werken in verschillende sectoren...


Slide 15 - Tekstslide

Indeling van de wereld
Centrumlanden = meest ontwikkeld

Semi-periferie = er tussen in qua ontwikkeling

Periferie = minst ontwikkeld

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk voor dinsdag 6 april

Maken paragraaf 4.2. opdracht 1+2+3 

Leren paragraaf 4.1 & 4.2
 
Tip: bekijk niet alleen het tekstboek, maar ook je aantekening en deze LessonUp
Tip II: zorg dat je de theorie in je eigen woorden kunt uitleggen

Slide 18 - Tekstslide