De brug 1 arm en rijk in de wereld

Arm en rijk
Paragraaf 1.1

Paragraaf 1.1
Brug: Arm en rijk in de wereld
Arm en rijk
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Arm en rijk
Paragraaf 1.1

Paragraaf 1.1
Brug: Arm en rijk in de wereld
Arm en rijk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart en welzijn
Welvaart
  • De rijkdom van een land gemeten op basis van geld.
     Dit kan je zien aan BBP per persoon, koopkracht, armoedegrens.    

Welzijn
  • De rijkdom van een land gemeten op basis van levensomstandigheden.
     Dit kan je zien aan levensverwachting, alfabetiseringsgraad, huisvesting,    
     etc.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart en welzijn 
Op welke manieren kan welvaart gemeten worden?
En welzijn (levensomstandigheden)?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bruto Binnenlands Product (BBP)
Alles wat in een jaar in een land verdiend wordt 
  • Goederen en grondstoffen
  • Diensten

Slide 6 - Tekstslide

binnenlands: binnen de landsgrenzen

product: Het geld wat wordt verdiend aan producten en diensten

bbp is de maat waarin we de grootte van een economie uitdrukken. Net zoals we geluid meten in decibel, meten we de omvang van een economie in bbp
bbp per hoofd, in dollar (2020)

Slide 7 - Tekstslide

Maar ook op wereldniveau... Op mondiale schaal kunnen we landen met elkaar vergelijken.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

BBP/per persoon
Bruto binnenlands product per inwoner
  • Alles wat in een jaar wordt verdiend, gedeeld door het aantal   inwoners van een land
  • BBP Nederland (2021): €800 miljard. BBP per hoofd?


€45.000
€500

Slide 9 - Tekstslide

We delen het bnp door het aantal inwoners, om landen makkelijker met elkaar te vergelijken
Begrippen
Koopkracht: Hoeveel je met je geld kan kopen.

Armoedegrens: Iemands inkomen is te laag om te kunnen voorzien in de
basisbehoeften (wonen, voedsel, etc). In arme landen +/- 1,70 euro per dag.

Werkgelegenheid: Het aantal banen dat beschikbaar is.

Verdeling beroepsbevolking: verdeling werk in landbouw, industrie en diensten.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdeling van de beroepsbevolking
Hoe armer een land is, hoe hoger het percentage mensen dat in de landbouwsector werkt.
De beroepsbevolking verdelen we in de volgende sectoren: 
- Primaire sector (landbouw en visserij)
- Secundaire sector (industrie en bouw)
- Tertaire sector (diensten)

Slide 11 - Tekstslide

Omdat in Burkina Faso maar liefst 82% van de mannen zich moet bezighouden met het verbouwen van voedsel, kan er niet worden gewerkt in andere sectoren. In Nederland levert landbouw  meer op/minder arbeidsintensief door technologie; slecht 4% van de beroepsbevolking houdt zich hiermee bezig.
Beroepsbevolking in Nederland

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

formele sector
Elke maand loon

Bij ziekte doorbetaald

Betaalt belasting

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

informele sector
Geen vast inkomen

Geen inkomen bij ziekte

Betaalt geen belasting

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Onderwijs en gezondheidszorg
Om het welzijn te bepalen kijken we onder andere naar de: 
Levensverwachting en kindersterfte/zuigelingensterfte 

Maar ook gegevens als: 
Alfabetiseringsgraad: percentage mensen die niet kunnen lezen en schrijven.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is in arme landen ongeveer de armoedegrens?
A
€2,70 per dag
B
€4,70 per dag
C
€1,70 per dag
D
€3,70 per week

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het welzijn in een land kan je vooral zien aan ....?
A
bbp per inwoner
B
levensverwachting
C
armoedegrens
D
koopkracht

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welvaart kijken we naar ...?
A
bbp per inwoner
B
alfabetiseringsgraad
C
beroepsbevolking
D
Human Development Index (HDI)

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In arme landen werkt het grootste deel van de beroepsbevolking in de ....?
A
landbouw (primaire sector)
B
industrie
C
dienstensector

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een vast inkomen hebt en belasting betaalt werk je in de ......?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rijk
Armer dan Rijk, Rijker van Arm
Arm
Zuid-Amerika
Oceanië
Afrika
Noord-Amerika
Azië
Europa

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies