X4A basis - feiten, meningen en argumenten

DOEL

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

DOEL

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of onwaar is


Controleerbaar

Je kunt altijd controleren of een feitenuitspraak waar of niet waar is

Slide 3 - Tekstslide

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt


Niet controleerbaar

Je kunt het eens of oneens zijn

Slide 4 - Tekstslide

ARGUMENT

- Reden: waarom je iets vindt



Als je een mening hebt over iets, dan moet je altijd één of meerdere argumenten noemen:
   - Ik vind dit zo, omdat……….
   - Ik vind dit zus, want……..

 (want en omdat zijn signaalwoorden)

Slide 5 - Tekstslide

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Bekijk tekst 2.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het onderwerp?

Slide 16 - Open vraag

Lees tekst 2.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Staan in alinea 2 feiten of meningen? Licht je antwoord toe.

Slide 19 - Open vraag

Wat is de mening van Kroon over het rode stoplicht voor fietsers?

Slide 20 - Open vraag

Welke twee argumenten geeft Kroon in alinea 3?

Slide 21 - Open vraag

Kroon vindt dat fietsers prima kunnen omgaan met knippergeel. Noteer de zin uit alinea 4 waaruit dit blijkt.

Slide 22 - Open vraag

Staat het verkeerslicht voor een automobilist op rood, geel of groen als het verkeerslicht voor een fietser op knippergeel staat?

Slide 23 - Open vraag

In alinea 5 geeft Kroon argumenten waarom knippergeel ook goed is voor automobilisten. Noteer deze argumenten.

Slide 24 - Open vraag

Wat is de mening van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid over het plan van Kroon?

Slide 25 - Open vraag

Welk(e) argument(en) geeft SWOV?

Slide 26 - Open vraag

Bekijk tekst 3.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van tekst 3? Kies uit:
A
schulden bij jongeren
B
smartphones
C
telefoonabonnementen

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de functie van de inleiding? Kies uit:
A
een leuk, kort verhaaltje vertellen
B
een mening geven
C
een voorbeeld bij het onderwerp geven
D
iets vertellen over de opbouw van de tekst

Slide 30 - Quizvraag

Lees tekst 3.

Slide 31 - Tekstslide

Boven welke alinea past het kopje 'Toename van schulden'?

Slide 32 - Open vraag

Noteer een voordeel en een nadeel van een telefoonabonnement uit alinea 2.

Slide 33 - Open vraag

Wat is de mening van Henk Keizer over telefoonabonnementen voor jongeren?

Slide 34 - Open vraag

Met welk argument onderbouwt Keizer zijn mening?
A
Jongeren komen in de schulden door een abonnement.
B
Jongeren willen graag een nieuwe telefoon hebben.
C
Jongeren zijn nog te jong om een abonnement af te sluiten.

Slide 35 - Quizvraag

Vul het schema aan:
jongeren bellen buiten hun bundel -> ouders ... -> ...

Slide 36 - Open vraag

Henk Keizer geeft twee redenen waarom jongeren veel schulden opbouwen met een telefoonabonnement. Welke zijn dit?

Slide 37 - Open vraag

Welk advies geeft Henk Keizer aan ouders en jongeren met schulden?

Slide 38 - Open vraag

Wat is de mening van Annemarie Koop over een verbod op telefoonabonnementen voor jongeren?

Slide 39 - Open vraag

Geeft Annemarie argumenten voor haar mening?

Slide 40 - Open vraag

Hoeveel tips geeft Annemarie Koop? (benoem de tips)

Slide 41 - Open vraag

Wie heeft dezelfde mening als Thirza?
A
Henk Keizer
B
Annemarie Koop

Slide 42 - Quizvraag

Wie heeft dezelfde mening als Job?
A
Henk Keizer
B
Annemarie Koop

Slide 43 - Quizvraag

Thirza wil geen abonnement. Waarom niet?

Slide 44 - Open vraag

Welke tip van Annemarie Koop volgt Job op?

Slide 45 - Open vraag

Noteer zelf een goede afspraak die je met je ouders kunt maken over wat er gebeurt als je buiten je bundel belt.

Slide 46 - Open vraag

GELEERD

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


Slide 47 - Tekstslide

Wat wist je al?

Slide 48 - Open vraag

Wat heb je geleerd?

Slide 49 - Open vraag