4V_H2_§1§2§3 formatief

Deze les
Korte quiz
Zelfstandig werken (en dus tijd voor vragen)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Korte quiz
Zelfstandig werken (en dus tijd voor vragen)

Slide 1 - Tekstslide

Korte quiz
1. Je kan het proces diffusie uitleggen in relatie tot een cel;
2. Je kan het proces osmose uitleggen in relatie tot een cel;

3. Je kent de functies van celorganellen;
4. Je weet welke celorganellen in welke cellen zitten.

Slide 2 - Tekstslide

Een cel heeft geen celkern, het is dus een...
A
dier
B
plant
C
bacterie
D
schimmel

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van het golgi-systeem in de cel?
A
zorgt voor vertering van stoffen in de cel
B
produceren van eiwitten
C
vorm geven aan eiwitten en het verpakken van eiwitten in blaasjes
D
vervoeren van eiwitten door de cel

Slide 4 - Quizvraag

Als appels rijp worden, verandert de schil van kleur.
Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?
A
chloroplasten zijn overgegaan in chromoplasten
B
chloroplasten zijn overgegaan in amyloplasten
C
chromoplasten zijn overgegaan in amyloplasten
D
amyloplasten zijn overgegaan in chromoplasten

Slide 5 - Quizvraag

Onderdelen in een cel zijn:
1) ribosomen
2) leukoplast
3) celwand
4) grote vacuolen
Welke onderdelen komen alleen voor in plantaardige cellen?
A
Alleen 2 en 3
B
1, 2, 3 en 4
C
Alleen 2, 3 en 4
D
Alleen 3

Slide 6 - Quizvraag


Waar vindt dissimilatie (verbranding) plaats?
A
In onderdeel B
B
In onderdeel E
C
In onderdeel F
D
In onderdeel B, E en F

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de functie van een lysosoom
in de cel?
A
zorgt voor het verteren van stoffen in de cel
B
drager van erfelijke eigenschappen
C
vervormen van eiwitten
D
transporteren van stoffen in de cel

Slide 8 - Quizvraag

Welk transport
mechanisme zie
je hier:
A
Osmose
B
Actief transport
C
Diffusie
D
Geen van bovenstaande

Slide 9 - Quizvraag

Zoutdeeltjes zijn verplaatst van oplossing Z naar plaats Y.

Op welke manier heeft deze verplaatsing plaatsgevonden?
A
Actief transport
B
Diffusie
C
Osmose

Slide 10 - Quizvraag

Een pantoffeldiertje neem water op door osmose. Waar is de zoutconcentratie dan het hoogst?
A
in het pantoffeldiertje
B
buiten het pantoffeldiertje
C
binnen en buiten het pantoffeldiertje is het gelijk

Slide 11 - Quizvraag

In het cytoplasma van een zenuwcel is de K+ concentratie veel hoger dan buiten de cel. Welk transportproces maakt het mogelijk dat K+ de cel ingaat?
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport
D
Passief transport

Slide 12 - Quizvraag

Water moleculen (blauw) bewegen naar links door:
A
diffusie, dat is actief transport
B
diffusie, dat is passief transport
C
osmose, dat is actief transport
D
osmose, dat is passief transport

Slide 13 - Quizvraag

Men voegt een hypertone oplossing toe aan rode bloedcellen van runderen.
Uiteindelijk zullen deze cellen...
A
zwellen doordat ze door osmose water opnemen, net zolang totdat ze knappen
B
krimpen doordat ze door osmose water verliezen
C
geen water opnemen of verliezen

Slide 14 - Quizvraag

Hoe ging deze oefening?
een makkie
ging wel aardig
50/50
kon beter
echt slecht

Slide 15 - Poll