Basisstof 4 Spieren

1 / 25
volgende
Slide 1: Interactive video met 4 slides
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

4

Slide 1 - Video

01:45
Waarom hebben de buschauffeurs een twee keer zo grote kans om te overlijden dan de conducteurs?
A
Hij kan niet wegrennen als hij overvallen wordt
B
Hij zit de hele dag stil en weinig beweging
C
Bij een botsing is de klap voor een chauffeur groter
D
De conducteur loopt de hele dag

Slide 2 - Quizvraag

02:39
Ik zit 10,5 uur per dag
A
Nee, meer dan 10,5 uur
B
Nee, minder dan 10,5 uur
C
Ja, ongeveer 10, 5 uur

Slide 3 - Quizvraag

03:28
Hoe voorkom jij dat je de hele dag zit?

Slide 4 - Open vraag

04:35
Door een kromme rug worden bepaalde delen erg belast. Welke onderdelen zijn dit?
A
Rugspieren
B
Rugwervels
C
Het ruggenmerg
D
Kraakbeen tussen de rugwervels

Slide 5 - Quizvraag


Spieren

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen van spieren benoemen.
  • Je kunt de functies van de onderdelen van de spier benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat antagonisten zijn
  • Je kunt uitleggen hoe spieren beweging mogelijk maken

Slide 7 - Tekstslide

Onderdelen van de spier
Van klein naar groot:
Spiervezel        =>  spiercellen bij elkaar
Spierbundel    =>  spiervezels bij elkaar
Spier                   =>  spierbundels bij elkaar
Spierstelsel     => alle spieren in je lichaam bij elkaar

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zitten spieren vast aan je botten?
  • Om de spier en tussen spierbundels zit bindweefsel
  • Spierschede is het bindweefsel dat om een spier heen zit en geeft stevigheid
  • De spierschede vormt aan de uiteindes de pees en zit vast aan je botten

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Antagonisten = spieren met een tegengestelde werking

Slide 13 - Tekstslide

Antagonisten 
Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontstpannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 14 - Tekstslide

Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontstpannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 15 - Tekstslide

Iedere spier heeft een antagonist.

Een spier kan namelijk zichzelf niet ontstpannen: daar heeft hij zijn antagonist voor nodig!!

Slide 16 - Tekstslide

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Kraakbeen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
A
Spierbundels Spiervezels Spier
B
Spiervezels Spieren Spierbundels
C
Spieren Spiervezels Spierbundels
D
Spieren Spierbundels Spiervezels

Slide 18 - Quizvraag

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet de taaie, stevige onderdelen die spieren met een botten verbinden?
A
Spierbundels
B
Platte spieren
C
Holle spieren
D
Pezen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die jouw arm bewegen.
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die verkrampen

Slide 21 - Quizvraag

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 22 - Quizvraag

Spierpijn/kramp
Spierpijn: Afvalstoffen in de spieren, spieren doen pijn of stijf gevoel.
Kramp: spier voelt hard en erg pijnlijk.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Zelfstandig werken
Maak opdrachten 1 t/m 7 (blz. 30 t/m 33)
Opdracht 4 hoeft niet
Je mag één joker gebruiken

Slide 25 - Tekstslide