Woordenschat - workshop taalbeleid 27-10-2022

Woordenschat
Studiedag taalbeleid / 27-10-2022
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Studiedag taalbeleid / 27-10-2022

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Verschillende niveaus
  • Van DAT naar CAT
  • Werkvormen & zelf ervaren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
Een nieuw woord leer je niet door het maar één keer tegen te komen. Het moet zo'n zeven keer terugkeren voordat het in het geheugen is opgeslagen en teruggevonden kan worden (Appel, Kuiken & Vermeer, 2001 ).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
1) Ga in cirkel staan.
2) Geef een associatie bij het woord. 
Bijvoorbeeld: trouwen - de ring.
3) Noem bij het volgende woord ook een associatie. Bijvoorbeeld: de ring - duur. Stap 
4) We gaan de cirkel rond: als je aan de beurt bent dan noem je een associatie bij het laatstgenoemde woord. 
5) Je bent af wanneer je niet binnen 5 seconden een goede associatie noemt. Ga dan zitten.
het woord is...
school
stopwatch
00:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijke taal
Het Nederlands kent volgens schattingen zeker zo'n 1 miljoen woorden. De databank van het INT kent al 60 miljoen woorden.
(INT = instituut van de Nederlandse taal)

De gemiddelde Nederlander kent er ongeveer tussen de 23.000-38.000 (veel studies, veel uitkomsten!)

Slide 5 - Tekstslide

INT = Instituut voor de Nederlandse Taal
Woorden in niveaus
Europees/Nederlands niveau
A2/1F- groep 8 po
2F - onderbouw vo
B1/2F - h/v middenbouw, bb vmbo
B2/3F - bovenbouw h/v, mbo-4
C1/4F - hbo/wo
even testen... klik de link op de volgende dia

Slide 6 - Tekstslide

Dit zijn de beginsituaties

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Voor jullie vakken kan dit betekenen
  • In eerste instantie aandacht voor inhoud van teksten i.p.v. gericht op het goede antwoord
  • Aandacht voor de overgang van dagelijkse taal naar academische taal: context aanbrengen / interactie organiseren / taalsteun geven

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DAT → CAT
dagelijkse algemene taal
cognitief academische taal
- 4.000 woorden
- Concreet
   > over nu
   > over hier
- Uh... dinges
- Eenvoudige verbanden (omdat, maar)
- 500.000
- Abstract
   > verleden en toekomst
   > over daar
- Nauwkeurig
- Gedachteconstructies en verbanden (ten gevolge van, ondanks, nochtans)
DAT → CAT

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een aanpak
1. Doelen vaststellen
2. Beoordelingsvorm in CAT
3. Beginsituatie van de leerling: DAT
4. Activiteiten om kennis (+vaktaal) op te bouwen: van DAT naar CAT → context aanbrengen / interactie stimuleren / taalsteun bieden
5. Van DAT naar CAT: ondersteuning van het leren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eigen lesmethode
Kijk nu eens in je eigen tekstboek van je eigen vak:
  • Welke vaktaal herken je?
  • Worden er veel signaalwoorden gebruikt?
  • Welke woorden (dus niet de begrippen!) staan er in die leerlingen lastig (kunnen) vinden?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Of spreek op een later moment een lid van de taalgroep aan!

Lezen?
- Handboek taalgericht vakonderwijs
- Woordenstroom
- Of 1 van de vele academische studies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies