Herhalingsles H7
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de juiste omschrijving van het begrip internationale handel?
A
Als bedrijven producten maken en deze verkopen
B
Als een international van het NL elftal naar een ander team gaat
C
Inkoop en verkoop van goederen in Nederland
D
Als bedrijven producten uit een ander land kopen of goederen aan verkopen
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Leg in eigen woorden uit wat het begrip wederuitvoer inhoudt.
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke stelling is juist over export?
A
Als we meer exporteren, produceren we minder en daardoor komen er meer banen
B
als we minder exporteren, produceren we meer en komen er minder banen
C
als we meer exporteren, produceren we meer en komen er meer banen
D
als we minder exporteren, produceren we minder en komen er meer banen
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is GEEN reden om te importeren?
A
De grondstoffen zitten niet in onze bodem
B
We hebben meer keuze uit producten
C
De producten hebben een betere kwaliteit
D
We gaan meer produceren
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kies uit import of export
export
import
De kaasfabriek verkoopt kaas aan een Duits bedrijf.
Een vakantieganger gaat naar Oostenrijk om te skiën
Albert Heijn koopt sperziebonen uit Egypte
Een Duitser huurt een hotelkamer in Egmond aan Zee
Slide 7 - Sleepvraag
3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten
Wat zijn invoerrechten?
A
Belasting op geïmporteerde producten
B
Rechten en plichten die je hebt als consument
C
Belasting op geëxporteerde producten
D
Rechten en plichten die je hebt als producent
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Amerika is een gesloten economie omdat er weinig import en export is.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Alle landen in de Europese Unie hebben de euro als betaalmiddel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noemen we het als de EU de Europese bedrijven beschermt tegen concurrentie uit andere landen?
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij vrijhandel moeten we invoerrechten betalen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is het eenvoudiger om in de EU stage te lopen dan in de VS?
A
Vrij verkeer van personen
B
Vrij verkeer van kapitaal
C
Vrij verkeer van goederen en diensten
D
Vrij verkeer van belasting
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het nationaal inkomen in Nederland is €899 miljard. In Nederland wonen 15 miljoen inwoners. Hoeveel is het inkomen per hoofd van de bevolking?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Kenmerken van een ontwikkelingsland
Slide 15 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Maak de vicieuze cirkel kloppend.
Lage inkomens
Slechte banen
Kinderen werken
Geen scholing
Slide 16 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Noodhulp
structurele hulp
Slide 17 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
