Bs 2 DNA replicatie, PCR en sequencen

Wie (wat) maakt het DNA weer dubbel streng?
A
DNA-polymerase
B
helicase
C
primer
D
chromosoom
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wie (wat) maakt het DNA weer dubbel streng?
A
DNA-polymerase
B
helicase
C
primer
D
chromosoom

Slide 1 - Quizvraag

Wat doet de primer?
A
De DNA ketens uit elkaar halen
B
De Okazaki fragmenten aan elkaar koppelen
C
Nieuwe nucleotiden inbouwen
D
Startpunt van replicatie

Slide 2 - Quizvraag

Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase

Slide 3 - Sleepvraag

3' ACTGGGCCGATTCAAGCTATACCGGGTTCATTGACTAA 5'



5' TGACCCGGCTAAGTTCGATATGGCCCAAGTAACTGATT 3'
Sleep de juiste primer naar de juiste plek op het DNA.
5' CGGCTAAG 3'
3' TCATTGAC 5'
5' TCATTGAC 3'
3' CGGCTAAG 5'

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Video

PCR - Polymerase Chain Reaction
PCR

Slide 6 - Tekstslide

Polymerase chain reaction

Techniek om DNA te vermeerderen
Meer DNA is makkelijker te zien
Gaat vooraf aan elke DNA analyse!

Slide 7 - Tekstslide

Nodig
DNA fragment

DNA nucleotiden met drie fosfaatgroepen (dATP, dTTP etc)
DNA-polymerase
Primase
RNA-primers
(pH buffer)

Slide 8 - Tekstslide

Principe
  1. Denaturatie: strengen splitsen (90 C)
      in plaats van helicase

  2. Hybridisatie: aanhechten RNA-primers (60 C)
      zijn toegevoegd aan oplossing met DNA

  3. Elongatie: repliceren DNA (70 C)
         Polymerase repliceert vanaf primer

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Binas 71M_2

Slide 11 - Tekstslide

Opstelling
90C - 60C - 70C - 90C - 60C - 70C - 90C etc

Slide 12 - Tekstslide

DNA analyse

Ouderschapsbepaling
Forensische wetenschap
Levensmiddelenonderzoek
Identificeren ziekteverwekker

Slide 13 - Tekstslide

Na PCR...

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

-techniek waarmee je DNA fragmenten op grootte kunt scheiden.

Slide 16 - Tekstslide

DNA gelelectroforese

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

- DNA profielen van organismen vergelijken om zo afkomst te kunnen bepalen of organismen te kunnen identificeren 
- enzymen die specifieke DNA sequentie herkennen en hier op een unieke manier het DNA knippen

Slide 19 - Tekstslide

DNA-onderzoek mbv restrictie-enzymen

Slide 20 - Tekstslide

Restrictie-enzymen
  • herkennen specifieke nucleotidensequentie (4-8 nucleotiden)
  • knippen DNA op die plaats door
  • aantal repeats bepaalt lengte
  • lengtes scheiden met gelelektroforese

Slide 21 - Tekstslide

Niet-coderend DNA
  • 98,5% van genoom mens bestaat uit  niet-coderend DNA
  • niet coderend DNA : coderen voor regulerende moleculen
  • deel is repetitief DNA: herhalende nucleotidesequenties bv. GCAAGCAAGCAA 

Slide 22 - Tekstslide

DNA-fingerprinting
  • Repetitief DNA in niet-coderend DNA
  • aantal herhalingen verschilt per persoon
  • PCR om DNA te vermeerderen
  • Restrictie-enzymen knippen loci met repetitief DNA uit DNA
  • Loci met gelelectroforese op lengte gescheiden
  • Vervolgens vergelijken

Slide 23 - Tekstslide

DNA sequentie bepalen

  • verwantschap, (erfelijke) ziekten, identificeren organismen (COVID-19) 
  • nucleotidenvolgorde bepalen
  • PCR gevolgd door gelelektroforese
  • fluorescent stop-nucleotiden ddA, ddT, ddG, ddC-> 3' zonder OH-groep
  • bepaalde verhouding van stop-nucleotiden en gewone nucleotiden
  • Na replicatie met PCR verschillende DNA fragmenten 
  • Door scheiding op gel en fluorescentie ziet men de volgorde van nucleotiden

Slide 24 - Tekstslide

DNA fingerprints die gebruikt worden in de rechtszaal lijken een beetje op de streepjescodes zoals je die op produkten in de supermarkten aantreft. Het patroon van de streepjes in een fingerprint komt overeen met
A
de aanwezigheid van DNA-fragmenten van verschillende grootte
B
de volgorde van de genen op bepaalde chromosomen
C
de aanwezigheid van dominante en recessieve allelen voor bepaalde eigenschappen
D
de volgorde van basen in een bepaald gen

Slide 25 - Quizvraag