Onderzoeksvraag

Onderzoeksvraag
Oriëntatiefase Profielwerkstuk 2025-2026
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Onderzoeksvraag
Oriëntatiefase Profielwerkstuk 2025-2026

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van deze les kan je:
  • begrijpen waarom het belangrijk is om een concrete onderzoeksvraag op te stellen,
  • een onderzoeksvraag SMART formuleren, en uitleggen waarom het belangrijk is om dit te doen

Slide 2 - Tekstslide

Waar in de onderzoekscyclus ben je?

Slide 3 - Tekstslide

Of ga je een ontwerp maken?

Slide 4 - Tekstslide

Onderzoeksvraag is dynamisch
  • Tijdens de voorbereiding en zelfs tijdens de uitvoering kan het nodig zijn de onderzoeksvraag aan te passen

  • Doe dit  altijd in overleg met jouw begeleidend docent. Zo weet je zeker dat je niet onnodig werk doet.

Slide 5 - Tekstslide

Belang van een duidelijke onderzoeksvraag


  • Het is heel belangrijk een duidelijke onderzoeksvraag te formuleren. 
  • Het helpt je om een haalbaar onderzoek af te bakenen. 
  • Kijk maar eens naar de voorbeelden van onderzoeksvragen die niet genoeg afgebakend en daarom onhaalbaar zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden van onderzoeks-vragen


Bespreek met elkaar of deze vragen genoeg afgebakend en daardoor haalbaar zijn

Slide 7 - Tekstslide

Welke fruitsoort is het populairst?

  • Voldoende afgebakend?
  • Haalbaar?
  • Hoe zou je deze vraag beter kunnen stellen?
  • Hoe zou je dit onderzoek vorm kunnen geven?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe verbeter je medische apparatuur?

  • Voldoende afgebakend?
  • Haalbaar?
  • Hoe zou je deze vraag beter kunnen stellen?
  • Hoe zou je dit onderzoek vorm kunnen geven?

Slide 9 - Tekstslide

Hoe ontstaan conflicten tussen culturen?

  • Voldoende afgebakend?
  • Haalbaar?
  • Hoe zou je deze vraag beter kunnen stellen?
  • Hoe zou je dit onderzoek vorm kunnen geven?

Slide 10 - Tekstslide

SMART
Het woord SMART is niet zomaar gekozen. Elke letter staat voor één eis waaraan je onderzoeksvraag moet voldoen.
Waar denk jij dat de letters voor staan? 

Slide 11 - Tekstslide

SMART
Waar denk jij dat de letters voor staan?
S = specifiek   
M=meetbaar  
A=acceptabel  
R=realistisch  
T= tijdsgebonden

Slide 12 - Tekstslide

Specifiek
  • De vraag moet duidelijk zijn
  • Je moet aan de vraag precies kunnen zien wat je wil meten of weten

Kijk nog eens naar deze vraag:
Welke fruitsoort is het populairst?

Slide 13 - Tekstslide

Voor de docent
  • Welke fruitsoort is het populairst?
  • Deze vraag moet specifieker en dus 'kleiner'
  • Je kunt bijvoorbeeld toevoegen 'in Nederland' of 'in de kantine van het Noordik Lyceum in Almelo'
  • Bedenk over welke fruitsoorten je onderzoek moet gaan

Slide 14 - Tekstslide

Meetbaar
  • Resultaat kan zichtbaar gemaakt worden
  • Vaak wordt resultaat weergegeven in getallen of percentages

Kijk nog eens naar deze vraag:
Welke fruitsoort is het populairst?

Slide 15 - Tekstslide

Voor de docent
  •  Welke fruitsoort is het populairst?
  • Wat verstaan we onder de populariteit van een fruitsoort 
  • Hoe kun je de populariteit van een fruitsoort meten? Kijk je naar verkoop of consumptie?


 

Slide 16 - Tekstslide

Acceptabel
  • Is het wenselijk dit te onderzoeken?
  • Zijn er geen ethische bezwaren? (bijv. gebruik proefdieren) 


Kijk nog eens naar deze vraag:
Welke fruitsoort is het populairst?

Slide 17 - Tekstslide

Realistisch
  • Is het onderzoek haalbaar binnen de gegeven tijd (ongeveer 5 maanden in het geval van het pws)
  • Is het mogelijk met de middelen die je ter beschikking hebt?
  • Zijn er voldoende gegevens beschikbaar?

Kijk nog eens naar deze vraag:
Welke fruitsoort is het populairst?

Slide 18 - Tekstslide

Tijdsgebonden
  • Het moet duidelijk worden wanneer dit wordt onderzocht (datum jaar) of op welke periode je gegevens betrekking hebben
  • Het moet duidelijk zijn hoe lang je iets gaat onderzoeken

Kijk nog eens naar deze vraag:
Welke fruitsoort is het populairst?

Slide 19 - Tekstslide

Voor de docent
  •  Welke fruitsoort is het populairst?
  • Hier zit nog geen tijdcomponent in: gaat het over 1 maand, een jaar, een schooljaar ?
Je kunt uiteindelijk uitkomen op bijvoorbeeld:
  • Welke fruitsoort werd het meest verkocht in Nederland in 2021?  of
  • Welke van de fruitsoorten appel, peer en banaan werd het meest gekocht in de schoolkantine van Het Noordik Lyceum in Almelo in het schooljaar 2024-25?


 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Test jezelf!
Geef aan of de volgende onderzoeksvragen wel of niet SMART geformuleerd zijn

Slide 22 - Tekstslide

Wel SMART
Niet SMART
Hoe maak je een goede pijnstiller ?
In hoeverre is het rendabel om nu een huis te kopen?
Wat is de invloed van sport op je lichaam?
In hoeverre veranderde de Franse Revolutie blijvend de politieke verhoudingen in Europa?

Slide 23 - Sleepvraag

Tips
  • De onderzoeksvraag mag geen gesloten vraag zijn. Je mag niet 'ja' of 'nee' kunnen antwoorden op de vraag
  • Er mag maar één thema centraal staan in je onderzoek. Liever geen 'en' of 'of' in je onderzoeksvraag
  • Een onderzoeksvraag bevat vaak het woord HOE. 
  • Meestal zijn de deelvragen uitwerking van de begrippen in de hoofdvraag. 

Slide 24 - Tekstslide

Bekijk nu je eigen onderzoeksvraag


Is deze SMART geformuleerd?
Zo nee, hoe kun je de vraag aanpassen?

Slide 25 - Tekstslide