Vieringen rondom kerst.

Vieren!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingBasisschoolGroep 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Vieren!

Slide 1 - Tekstslide

Bespreek met je leerlingen: Wat zien we op dit plaatje? Wat zijn ze aan het doen? 
Waaraan zie je dat?
Wie herkent dit?
Godsdiensten

Slide 2 - Woordweb

LK:  Wij vieren straks kerst. Bij welke godsdienst hoort kerst? ken je ook andere godsdiensten of vieringen uit andere godsdiensten?
5. Wat is een omschrijving van een viering? Hoe doe je dat? Wanneer doe je dat?

Slide 3 - Open vraag

Per vraag bespreken. In kleine groepen gerust iedereen de beurt geven.. klassikaal enkelen de beurt geven. 
1. Wat is je lievelingsfeestdag of viering?







Slide 4 - Open vraag

LK: Waarom is het je lievelingsfeestdag? 
Welke tradities of gewoontes herkennen jullie?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn tradities? Gewoontes? 
Iets wat je vaak hetzelfde doet tijdens de viering.

Steek je  hand op als je dezelfde tradities thuis hebt.
2. Heb je weleens meegemaakt dat een feest of viering niet meer doorging?

Slide 6 - Open vraag

Hoe voelde je je toen?

Waarom vond je dat niet leuk of juist wel?


3. Wat vind je belangrijk aan een viering?

Slide 7 - Open vraag

Vind je het eten belangrijk?
Vind je het belangrijk hoe de versiering eruit ziet?
Vind je de taart belangrijk?
Vind je het belangrijk dat er gasten zijn?

Bij geen reactie: steek je hand op als je het eten belangrijk vind, steek je hand op als je....

4. Is een viering of feestdag even belangrijk als een verjaardag?

Slide 8 - Open vraag

Duim omhoog als je het even belangrijk vind als je verjaardag.

Duim omlaag als je het niet mee eens bent.

(aantal) leerlingen vinden een viering of feestdag het even belangrijk als een verjaardag. 

Welke viering of feestdag vind jij even belangrijk?Waarom?

Wie is het hier niet mee eens? waarom niet?

viering?

Slide 9 - Woordweb

herhalen
Wat noemden de kinderen op? 
schrijf op het bord.

Slide 10 - Tekstslide

Alle leerlingen maken een tekening met dezelfde kleurpotlood.

Maak een tekening met de dingen die volgens jou bij een viering hoort.

Denk aan de vieringen thuis. 
Wat is er dan anders? Hoe ziet het eruit?
Wat wil je erbij hebben?
Godsdiensten

Slide 11 - Woordweb

Even weer herhalen:

Bij welke godsdienst hoort kerst ook alweer?



Op welke dagen wordt kerst in Nederland gevierd?
A
24 en 25 december
B
25 en 26 december
C
26 en 27 december
D
27 en 28 december

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de wereldwijde kerstgedachte?
A
Vrede op aarde
B
Iedereen is gelijk
C
Wees blij met wat je hebt
D
Liefde voor iedereen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke plaats werd Jezus geboren?
A
Bethlehem
B
Jeruzalem
C
Nazareth
D
Tel Aviv

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel wijzen kwamen op bezoek
A
twee
B
drie
C
tien
D
twintig

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk land hoort dit?
A
China
B
Nederland

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 17 - Open vraag

vraag aan de leerlingen.

Wordt oud en nieuw overal op hetzelfde moment gevierd?

Wanneer denk je dat in China het nieuwe jaar gevierd wordt?

Vertellen: Het Chinese Nieuwjaar begint elk jaar tussen 21 januari en 20 februari. De chinezen kijken naar de nieuwe maan om de datum te bepalen. 

bespreek de datum van de volgende Chinees nieuwjaar. 

Conclusie: sommige feestdagen worden niet op hetzelfde moment of dag gevierd..

Slide 18 - Tekstslide

Na het lezen van het verhaal:

Wat werd er gevierd?

Hoe deden ze dat?

Hoe doen jullie dat? Zou je het ook anders kunnen vieren of aanpakken?


wat heb je geleerd over vieringen en feestdagen?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Tekenen op hetzelfde blad (A3) als bij de eerste activiteit!
Maak een tekening met je kleurpotlood XX. (andere kleur dan bij de eerste tekenactiviteit)

Je tekent de nieuwe ideeën wat bij een viering kan horen. Wat heb je gehoord van een ander? hoe ging dat in het verhaal?

Slide 21 - Tekstslide

Presentatie van de tekeningen. 

benoem het verschil tussen de twee kleuren. eerste tekening en tweede tekening.

conclusie: Door met elkaar te bespreken of te lezen leer je dus meer over hoe en waarom een ander iets viert.