H4:Hoe maak ik een zin

H4: Hoe maak ik een zin?

H4: Hoe maak ik een zin

1. Check-in (Introduction and getting to know each other) & lesopzet

2. Herhaling boodschappen

3. Uitleg zinnen maken

4. oefeningen

5. Afsluiting: Wat wil je volgende les leren? (Closure: What do you want to learn in the next lesson?)

De volgorde van een zin

Kun je hier één zin van maken?

1 (wie)	2 (werkwoord)	3 (de rest)
De broers	koken	pasta.
De broers	koken	vanavond.
De broers	koken	in de keuken.

Volgorde 

Wie	Werkwoord	Wanneer	Wat	Waar
(1) De broers	(2)koken	(3)vanavond	(4)pasta	(5)in de keuken

Volgorde 

maken - huiswerk - vandaag - de leerlingen - in de les

Wie	Werkwoord	Wanneer	Wat	Waar
(1)	(2)	(3)	(4)	(5)

Volgorde 

maken - hun huiswerk - vandaag - de leerlingen - in de les

Wie	Werkwoord	Wanneer	Wat	Waar
De leerlingen	(2)	(3)	(4)	(5)

Volgorde 

maken - hun huiswerk - vandaag - de leerlingen - in de les

Wie	Werkwoord	Wanneer	Wat	Waar
De leerlingen	maken	(3)	(4)	(5)

Volgorde 

maken - hun huiswerk - vandaag - de leerlingen - in de les

Wie	Werkwoord	Wanneer	Wat	Waar
De leerlingen	maken	vandaag	(4)	(5)

Volgorde 

maken - hun huiswerk - vandaag - de leerlingen - in de les

Wie	Werkwoord	Wanneer	Wat	Waar
De leerlingen	maken	vandaag	hun huiswerk	(5)

begint-de les-om negen uur

een nieuwe fiets-hij-koopt

geslapen-ik-tot tien uur-heb

in mijn bed - gisteren om 10 uur - ik - lag

een paar dagen - ik - met vrienden - ga - naar Parijs

Vraagzinnen

Volgorde 

maken - huiswerk - vandaag - de leerlingen - in de les

Werkwoord	Wie	Wanneer	Wat	Waar
(1)	(2)	(3)	(4)	(5)

Volgorde 

maken - huiswerk - vandaag - de leerlingen - in de les

Werkwoord	Wie	Wanneer	Wat	Waar
(1) Maken	(2)de leerlingen	vandaag(3)	(4)huiswerk	(5)in de les?

Volgorde 

Vanavond - 

Werkwoord	Wie	Wanneer	Wat	Waar
(1)	(2)	(3)	(4)	(5)?

in de kapsalon - de kapper -veel mensen -knipt - elke dag

? - de planten - vandaag - water -geef - jij

oma - vandaag - is - ? - jarig

jij - breng -? - de boodschappen -
naar oma-vandaag

leren.kleurrijker.nl

wordwall.net

Wat heb je geleerd?

- Wat vond je van de les?

- Wat wil je de volgende les leren?