Afronden Casus en extra informatie
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Waarschuwingssystemen zijn een onderdeel van Hazard management.
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quizvraag
In 24 uur draait de aarde om de zon.
A
goed
B
fout
Slide 4 - Quizvraag
In december staat de Noordpool het dichtst bij de zon.
A
goed
B
fout
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Paul en Wally bestuderen de gevolgen van orkanen. Zij verbazen zich
over het gedrag van mensen voor, tijdens en na een orkaan.
Paul zegt: “Dat mensen niet evacueren is een voorbeeld van
Risicoperceptie.”
Wally zegt: “Het belangrijkste doel van hazard management is om de
schade na een ramp zo snel mogelijk te herstellen.”
Wat is juist?
over het gedrag van mensen voor, tijdens en na een orkaan.
Paul zegt: “Dat mensen niet evacueren is een voorbeeld van
Risicoperceptie.”
Wally zegt: “Het belangrijkste doel van hazard management is om de
schade na een ramp zo snel mogelijk te herstellen.”
Wat is juist?
A
Alleen de uitspraak van Paul is juist.
B
Alleen de uitspraak van Wally is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
Slide 7 - Quizvraag
Paul en Wally bestuderen de gevolgen van orkanen. Zij verbazen zich
over het gedrag van mensen voor, tijdens en na een orkaan.
Paul zegt: “Dat mensen niet evacueren is een voorbeeld van
Risicoperceptie.”
Wally zegt: “Het belangrijkste doel van hazard management is om de
schade na een ramp zo snel mogelijk te herstellen.”
Wat is juist?
over het gedrag van mensen voor, tijdens en na een orkaan.
Paul zegt: “Dat mensen niet evacueren is een voorbeeld van
Risicoperceptie.”
Wally zegt: “Het belangrijkste doel van hazard management is om de
schade na een ramp zo snel mogelijk te herstellen.”
Wat is juist?
A
Alleen de uitspraak van Paul is juist.
B
Alleen de uitspraak van Wally is juist.
C
Beide uitspraken zijn juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
In bron 4 is bij P, Q, R en S niet aangegeven welk seizoen het betreft.
Welke beschrijving hoort bij Q te staan?
Welke beschrijving hoort bij Q te staan?
A
Op het noordelijk halfrond begint de winter, op het zuidelijk halfrond
begint de zomer.
B
Op het noordelijk halfrond begint de zomer, op het zuidelijk halfrond begint de winter.
C
Op het noordelijk halfrond begint de herfst, op het zuidelijk halfrond
begint de lente.
D
Op het noordelijk halfrond begint de lente, op het zuidelijk halfrond begint de herfst.
Slide 11 - Quizvraag
Wat moet er nog een keer uitgelegd worden van de Casus of de extra informatie?
