Brandaan thema 2 les 2

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 6

Wat heb je nog onthouden
van de vorige les?

Lees stap 1: blz. 34 in je boek

Waar of niet waar?
Een plantage was een boerenbedrijf in een kolonie.

Waar of niet waar?
Een oude slaaf hoefde niet meer te werken.

Lees stap 2: blz. 35 in je boek

Wat voor soort slaaf zie je op de vorige slide?

1. huisslaaf
2. huisslaaf
3. veldslaaf

Wat deed een foetoeboy?

Welke soorten slaven zijn er?
Noem er 3.

Lees stap 3: blz. 36 in je boek.

Waarom kreeg een slaaf een brandmerk?

Waarom moesten slaven toekijken hoe een andere slaaf gestraft werd?
(2 antwoorden goed)

1. zodat ze bang werden
2. dat vonden de planters grappig
3. zodat ze gehoorzaamden (luisterde)
4. omdat ze daarna aan de beurt waren.

Lees stap 4: blz. 37 in je boek

Wie zegt dit?
'Slavernij moet blijven. Wie moet anders het werk doen?'

1. Planter
2. slaaf
3. koopman
4. -

Waarom trokken de kooplieden en planters zich niet veel aan van de protesten?

Lees blz. 38 in je lesboek

Wat is waar? (2 antwoorden goed)
Slaven probeerden te ontsnappen, omdat....

1. het loon te laag was
2. ze niet in een groot huis woonden
3. de straffen hard en oneerlijk waren
4. ze hoorden dat ook andere slaven het lukte

Einde van de les.

Goed gedaan!