Mini-Quiz

Hou je mobiel bij je!
Leg hem omgekeerd op de hoek van je tafel,
met het scherm naar beneden!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Hou je mobiel bij je!
Leg hem omgekeerd op de hoek van je tafel,
met het scherm naar beneden!

Slide 1 - Tekstslide

Mini-Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Bloed bestaat uit bloedplasma en nog wat type bloedcellen. Welke combinatie is juist?
A
alleen rode bloedcellen
B
rode + witte bloedcellen
C
rode bloedcellen + bloedplaatjes
D
rode bloedcellen, witte bloedcellen én bloedplaatjes

Slide 3 - Quizvraag

Halvemaan­vormige hartkleppen zitten in de aorta en in welke andere slagader?
A
leverslagader 
B
nierslagader 
C
longslagader 
D
kransslagader

Slide 4 - Quizvraag

EpiPen 
Een EpiPen is een soort prikpen die je gebruikt in
noodgevallen bij een ernstige allergische reactie
(zoals bij een pinda- of insectenallergie). De pen
geeft snel een medicijn (adrenaline) in je bovenbeen. Dit medicijn zorgt ervoor dat je weer beter kunt ademen en je hart goed blijft werken doordat de bloedvaten vernauwen. Je gebruikt een EpiPen als iemand bijvoorbeeld plotseling benauwd wordt, duizelig is of flauwvalt door een allergie. Het is belangrijk om daarna altijd 112 te bellen.

Slide 5 - Tekstslide

Saartje heeft een pinda-allergie. Wanneer moet zij haar EpiPen gebruiken?
A
voordat ze iets met pinda’s eet
B
bij een branderig gevoel op de tong
C
als ze een ernstige allergische (anafylactische) reactie krijgt
D
als ze verkouden is

Slide 6 - Quizvraag

Een vaccin is …
A
een vloeistof met dode of verzwakte ziekte­verwekkers
B
een antibioticum tegen bacteriën
C
een pijnstiller
D
een vitamine­drank

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet het bloedvat dat het hart zelf van zuurstof voorziet?
A
poortader
B
longslagader 
C
kransslagader 
D
holle ader

Slide 8 - Quizvraag

Welke gedeelte van het hart pompt bloed naar de longen?
A
linkerboezem 
B
linkerkamer 
C
rechterboezem 
D
rechterkamer

Slide 9 - Quizvraag

Haarvaten (capillairen) zijn belangrijk omdat …
A
ze een hoge bloeddruk vasthouden
B
ze snelle uitwisseling van stoffen mogelijk maken
C
ze bloed opslaan
D
ze de hartslag regelen

Slide 10 - Quizvraag

In welke volgorde verlaat koolstofdioxide bij een
hardloper het lichaam?
A
spier → slagader → longen → uitademen
B
spier → ader → hart → longslagader → longen → uitademen
C
spier → lymfevat → nieren → urine
D
spier → haarvat → ader → lever → uitademen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is meestal het laagst in aders vergeleken met slagaders?
A
zuurstof­gehalte 
B
bloeddruk 
C
koolstof­dioxide­gehalte 
D
temperatuur

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet de bloedsomloop waarbij bloed van het hart naar de longen en terug gaat?
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop
C
lymfe­stelsel 
D
uitscheidings­stelsel

Slide 13 - Quizvraag

Welke stof in rode bloedcellen bindt zuurstof?
A
cholesterol 
B
keratine
C
melanine
D
hemoglobine 

Slide 14 - Quizvraag

Noem twee verschillen tussen een slagader en een ader (bijv. wand­dikte, richting van de bloedstroom, aanwezigheid van kleppen).

Slide 15 - Open vraag

Waarom zitten er kleppen in aders? Leg kort uit.

Slide 16 - Open vraag

De ____________ pompt bloed naar de longen.

De ___________ zorgen voor de stolling van bloed bij een wondje.

In de ________ vindt de uitwisseling van stoffen tussen bloed en lichaamscellen plaats.

Via de ______ stroomt bloed terug naar het hart.
rechterkamer
bloedplaatjes
haarvaten
aders

Slide 17 - Sleepvraag

Longen
Hoofd
Lever
Poort-
ader
Hart
Darmen
Leverslagader

Slide 18 - Sleepvraag

Van welk type bloedvat is
dit een doorsnede?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Hart

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de functie van
deel b en deel c samen?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
het verwijderen van afvalstoffen
B
het verwijderen van overtollig water
C
het verwijderen van overtollige zouten
D
het verwijderen van schadelijke stoffen uit het bloed

Slide 20 - Quizvraag

Samentrekken 
van de boezems
Samentrekken van de kamers
Hartpauze

Slide 21 - Sleepvraag

Hoe heet deze aandoening?
A
Slagaderverkalking
B
Aderverkalking
C
Trombose
D
Embolie

Slide 22 - Quizvraag

Succes met leren!

Slide 23 - Tekstslide