1.3 Schatten en meten

1.3 Schatten en meten
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.3 Schatten en meten

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Leerdoelen bespreken
Uitleg 1.3
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert het verschil tussen meten en schatten.
Je leert wat grootheden zijn.
Je leert wat eenheden zijn.
Je leert hoe je nauwkeurig meet.
Je leert hoe je meetinstrumenten moet aflezen.
Je leert eenheden om te rekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Schatten
Schatten = ongeveer

Slide 4 - Tekstslide

Schatten en meten
Schatten kan erg moeilijk zijn...

En vaak is het belangrijk om heel precies te meten!

Slide 5 - Tekstslide

Meetinstrument
Je meet een grootheid altijd met een passend meetinstrument.

Voor iedere klus is er het juiste meetinstrument


Slide 6 - Tekstslide

Meetinstrumenten

Slide 7 - Tekstslide

Grootheden
Grootheid = alles wat je kunt meten

Slide 8 - Tekstslide

Eenheden
Een eenheid is de mate waarin je een grootheid meet.
Een eenheid staat altijd achter het getal en hoort bij een bepaalde grootheid.

De afstand van Wijk bij Almelo naar Vroomshoop is 21  kilometer.

Slide 9 - Tekstslide

Grootheid
Eenheid
massa
volume
temperatuur
tijd
kilogram
seconde
milliliter
° Celcius

Slide 10 - Sleepvraag

Welke eenheid hoort niet bij de grootheid lengte?
A
km
B
m
C
mm
D
mL

Slide 11 - Quizvraag

Welke grootheid meet je met een stopwatch?
A
volume
B
massa
C
tijd
D
seconden

Slide 12 - Quizvraag

Meter is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 13 - Quizvraag

seconde is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 14 - Quizvraag

massa is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 15 - Quizvraag

Snelheid is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 16 - Quizvraag

Kracht is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 17 - Quizvraag

Met een weegschaal meet je de grootheid …. en de eenheid …...
A
Liter en volume
B
Volume en liter
C
Massa en gram
D
Gram en massa

Slide 18 - Quizvraag

Met een thermometer meet je de grootheid …. en de eenheid …...
A
Temperatuur en graden
B
Graden en temperatuur
C
Kracht en newton
D
Newton en kracht

Slide 19 - Quizvraag

Met een maatcilinder meet je de grootheid …. en de eenheid …...
A
Liter en volume
B
Volume en liter
C
Massa en gram
D
Gram en massa

Slide 20 - Quizvraag

Meetinstrumenten

Slide 21 - Tekstslide

Meetbereik en schaaldeel

De waarden die je met een meetinstrument kunt meten, noem je het meetbereik van het meetinstrument.
Een schaaldeel is de waarde tussen twee streepjes op de schaalverdeling.

Meetbereik:
 
Schaaldeel: 
°50°300
°5

Slide 22 - Tekstslide

Meetbereik 
en schaaldeel

Slide 23 - Tekstslide

Meetinstrumenten 
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Meetinstrument
Massa
m
Kilogram
kg
weegschaal
Volume
V
Liter
L
maatcilinder
Afstand
s
Meter
m
liniaal/rolmaat
Temperatuur
T
graden Celsius/
Kelvin
  C
K
thermometer
Tijd
t
uur
h
klok/stopwatch
°

Slide 24 - Tekstslide

Welk meetinstrument kun je het beste gebruiken om de inhoud (volume) te meten van een glas ranja?
A
keukenweegschaal
B
maatbeker
C
meetlat
D
thermometer

Slide 25 - Quizvraag

massa bepaal je met het meetinstrument de...
A
weegschaal
B
liniaal
C
maatbeker
D
maatcilinder

Slide 26 - Quizvraag

volume bepaal je met het meetinstrument de...
A
weegschaal
B
liniaal
C
maatbeker
D
maatcilinder

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Omrekenen

130cL=...dL
A
1,3
B
13
C
1300
D
0,13

Slide 29 - Quizvraag

Omrekenen

200mm=.....cm
A
20
B
2000
C
20000
D
2

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Link

Aan de slag
Maak opdracht 1-16 van paragraaf 1.3




Slide 32 - Tekstslide