bijvoeglijke bijzin en bijvoeglijke bepaling

Herhaling bijvoeglijke bijzin en bijvoeglijke bepaling
en het betrekkelijk voornaamwoord 

H1 Grammatica Zinsdelen en Woordsoorten
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling bijvoeglijke bijzin en bijvoeglijke bepaling
en het betrekkelijk voornaamwoord 

H1 Grammatica Zinsdelen en Woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Een 'gewone' bvb zegt iets over een kern. Die kern kan een zn zijn of een pers. vnw.
Voorbeeld
  • De witte tafel (=zn), witte zegt iets over tafel. Witte wordt er als het ware 'bijgevoegd' om iets nader te bepalen (meer te zeggen over ) om welke tafel het gaat. De bvb 'witte' staat in dit geval voor de kern.
  • Zij (= pers.vnm) van hiernaast. 'Van hiernaast' zegt iets over de zij! 'Van hiernaast' wordt er als het ware 'bijgevoegd' om iets nader te bepalen (meer te zeggen) om wie het gaat. De bvb  'van hiernaast' staat in dit achter de kern. Let op: als een bvb achter een kern staat, dan begint de bvb altijd met een voorzetsel!  Kijk maar: De bloemen in de vaas (in de vaas is bvb bij bloemen, in is een vz), De kat van de buren (van de buren is bvb bij kat en van is een voorzetsel) 

Slide 2 - Tekstslide

heel belangrijk is dat je ziet dat een bvb een stukje van een zinsdeel is!!!

Slide 3 - Tekstslide

Kijk maar:


De kat van de buren / heet / Gijs.
  • heet is de pv
  • De kat van de buren is ow
  • heet is wg
  • Gijs is lv
  • van de buren is bvb bij kat en van de buren als bvb zit dus in het ow! Is dus een stukje van het zinsdeel ow. Dat noemen we een zinsdeelstuk!


Slide 4 - Tekstslide

Nog eentje!

Slide 5 - Tekstslide

Ik / zie / de kat van de buren
  • zie is pv (verander de zin maar eens van tijd!)
  • Ik is ow 
  • zie is wg
  • de kat van de buren is lv (geeft namelijk antwoord op de vraag wat/wie +  gezegde + onderwerp)
  • van de buren is bvb bij kat. In dit geval maakt de bvb deel uit van het lv. Wederom is van de buren een stukje van het zinsdeel, een zinsdeelstuk dus.

Slide 6 - Tekstslide

een stapje verder 

Slide 7 - Tekstslide

de bvb-zin (bijvoeglijke bijzin)

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijk is dat je weet (en ook onthoudt!) dat een bvb-zin net als een bvb een stukje van een zinsdeel is!

Slide 9 - Tekstslide

Kijk maar!
Wat is het verschil in betekenis tussen:
  • De dikke kat eet een grijze muis
  • De kat die dik is eet een grijze muis. 

Er is geen verschil in betekenis!

Slide 10 - Tekstslide

De dikke kat / eet / een grijze muis
  • eet is pv
  • De dikke kat is ow
  • eet is wg
  • een grijze muis is lv


een grijze muis is lv

Slide 11 - Tekstslide

De kat die dik is / eet / een grijze muis. 
  • eet is pv
  • De kat die dik is is ow, is namelijk 1 zinsdeel want het staat allemaal voor de pv en alles voor de pv is een zinsdeel!
  • eet is wg
  • een grijze muis is lv
  • die dik is is bvb-zin bij kat omdat er een persoonsvorm in zit, namelijk is!
  • staat er nog een bvb in? Ja! Grijze zegt iets over muis!

Slide 12 - Tekstslide

Hoe vind je nu bvb en bvb-zinnen?

Slide 13 - Tekstslide

Als je een zin voor je ziet, bedenk dan eerst wat de zelfstandige naamwoorden en andere kernen zijn!

Slide 14 - Tekstslide

Kijk dan in de directe omgeving van de kern!

Slide 15 - Tekstslide

en stel jezelf vervolgens de vraag of er iets over die kern wordt gezegd!
Met andere woorden: staat er iets voor of achter dat iets over het zn (of persoonlijk voornaamwoord) zegt?


Slide 16 - Tekstslide

Ik / heb / een vieze bril.
  • heb is pv
  • ik is ow
  • heb is wg
  • een vieze bril is lv
  • vieze is bvb bij bril (=zn)

Slide 17 - Tekstslide

Het potlood waarmee ik schrijf / heb / ik / lang geleden / bij de Hema in Utrecht / gekocht.
  • heb is pv
  • schrijf is ook pv, maar dat is een pv in een bijzin, want tussen schrijf en ik kun je iets tussen zetten, bijvoorbeeeld het woordje altijd.
  • ik is ow
  • heb gekocht is wg
  • LV: wat heb ik gekocht? Het potlood waarmee ik schrijf! En niet alleen het potlood, want alles war voor de pv heb staat is immers een zinsdeel! 

Slide 18 - Tekstslide

  • BWB: lang geleden en Bij de Hema in Utrecht
  • BVB-zin: Waarmee ik schrijf zegt iets over potlood (een potlood waarmee ik schrijf is namelijk een ander potlood als die waarmee ik teken) 
  • BVB: In Utrecht bij Hema , want het zegt iets meer over welke Hema het gaat, De Hema in Utrecht is namelijk echt heel anders als de Hema in Zoetermeer! Zie je dat deze laatste bvb achter een kern begint met een vz? 

Slide 19 - Tekstslide

Nog even dit: 
In een bijvoeglijke bepaling kan weer een bijvoeglijke bepaling zitten! 

De dikke kat van de stomme buren van hiernaast heeft een grijze muis gevangen!

Slide 20 - Tekstslide

De dikke kat van de stomme buren van hiernaast / heeft / een grijze muis / gevangen!
Deze zin is grammaticaal correct, maar je moet de zin drie keer lezen om hem te begrijpen! Dus als je boodschap helder moet zijn: vermijd al te veel bijvoeglijke bepalingen!

Opdracht: Mail mij alle bijvoeglijke bepalingen! 

Slide 21 - Tekstslide

betrekkelijk voornaamwoord
is het woord waarmee de bvb-zin begint! Ze hebben betrekking op een woord dat eerder genoemd is: het antecedent!
Het meisje dat daar loopt (meisje is antecedent), heet Truus.
Het boek dat ik gekocht heb (boek is antecedent), is genomineerd. 
Die broek die ik gisteren aan had (broek is antecedent) zit in de was.
Het potlood waarop ik kauw (potlood is antecedent), smaakt lekker. 
De jongen op wie zij gek is, heet Yannick.

Slide 22 - Tekstslide

Soms is er geen antecedent! Dan zit het antecedent er als het ware in! We spreken dan van een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent!
  • Wat ik zeg, is helemaal waar! (Dat wat ik ....
  • Wie dit leest, is gek! (Degene die dit...
Dus als je WIE of WAT kunt vervangen door dat wat of degene die dan heb je te maken met een betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent (m.i.a.)

Slide 23 - Tekstslide