H4.2 en H4.3

Lezen H4 Teksten met meningen lezen
Vandaag 
4.2 Argumenten beoordelen
4.3 Betoog
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen H4 Teksten met meningen lezen
Vandaag 
4.2 Argumenten beoordelen
4.3 Betoog

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Feiten: een feit kun je controleren.

Meningen: een mening is wat iemand van iets vindt.

Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 4.2
Aan het einde van de les...

kun je uitleggen wat objectieve en subjectieve argumenten zijn
kun je vertellen wat een drogreden is en kun je hiervan 3 voorbeelden noemen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lezen H4
Maak opdr. 1 en de examenopdr. van 4.2
Uitleg 4.3
Maak opdr. 1 en examenopdr. van 4.3

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1
Doping

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De stelling waarop de schrijfster reageert in de tekst is 'Doping moet vrijgegeven worden.' Is ze het daarmee eens of oneens?
A
Eens
B
Oneens

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het doel van de tekst?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen

Slide 15 - Quizvraag

In welke alinea wordt een eigen argument tegen de stelling gegeven?
A
Alinea 1
B
Alinea 2
C
Alinea 3
D
Alinea 4

Slide 16 - Quizvraag

In welke alinea wordt een weerlegging van het argument voor de stelling gegeven?
A
Alinea 1
B
Alinea 2
C
Alinea 3
D
Alinea 4

Slide 17 - Quizvraag

Alinea 2 begint met een vergelijking. Wat wil de schrijfster hiermee duidelijk maken?
A
Als je doping toestaat, moet iedereen wel doping gebruiken.
B
Als je doping verbiedt, heeft iedereen evenveel kans om te winnen.
C
Als je geen doping gebruikt, ben je een beetje een sukkel.

Slide 18 - Quizvraag

'Een wielrenner die niet met zijn lijf wil experimenteren, heeft in een wereld waarin doping gemeengoed is niets te zoeken.' (al. 2) Wat bedoelt de schrijfster hier waarschijnlijk mee?
A
Als je doping slikt, speel je gemeen.
B
Als je experimenteert met doping, is dat gevaarlijk.
C
Als je geen doping slikt, kun je niet winnen.

Slide 19 - Quizvraag

Welke drogreden bevat de zin: 'Willen we ... arts wint?' (al. 2)?
A
bespelen van het publiek
B
dingen met elkaar vergelijken die je niet kunt vergelijken
C
doen of er maar uit twee mogelijkheden gekozen kan worden
D
onjuist beroep op autoriteit

Slide 20 - Quizvraag

Welke drogreden bevat de zin: 'Willen we ... te gaan?' (al. 2)?
A
bespelen van het publiek
B
dingen met elkaar vergelijken die je niet kunt vergelijken
C
doen of er maar uit twee mogelijkheden gekozen kan worden
D
onjuist beroep op autoriteit

Slide 21 - Quizvraag

Welke twee tegenargumenten gebruikt de schrijfster voor mensen die denken van het gezeur af te zijn als je doping vrijgeeft? (al. 4) De discussie over doping blijft, want

Slide 22 - Open vraag

Deel jij het standpunt van de schrijfster? Ja/nee want...

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide