Procestechniek les 2

Procestechiek les 2
Meten, maten en pseudocode
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 270 min

Onderdelen in deze les

Procestechiek les 2
Meten, maten en pseudocode

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Je kunt:
  •  je kent verschillende apparaten om mee te meten
  • je kunt uitleggen wat sensoren zijn
  • je kunt uitleggen wat programmeren is
  • je kunt een voorbeeld geven van de gevolgen van een storing

Slide 2 - Tekstslide

1.4 Meten =weten
  • Meten om te zien of een proces goed loopt
  • Meten of meetapparatuur het goed doet

Slide 3 - Tekstslide

Wat kun je allemaal meten?

Slide 4 - Woordweb

Sleep de eenheden en meetinstrumenten naar de juiste grootheden.
m
m
seconde
m3
g
bar
pH
oC
m
m
m
m
m
m
Lengte
gewicht
volume
zuurgraad
luchtdruk
temperatuur
tijd

Slide 5 - Sleepvraag

1.4 Eenheden

Slide 6 - Tekstslide

1.4 Grootheden
Eigenschap waarvan de hoeveelheid bepaald kan worden en in een getal kan worden uitgedrukt.
  • afstand
  • oppervlakte
  • temperatuur
  • inhoud
  • gewicht

Slide 7 - Tekstslide

1.4 Eenheden
Iedere grootheid heeft eenheid of maat.

Lengte
meter
Afgeleide eenheid kilometer (groot) en millimeter (klein)

Gewicht
gram
Afgeleide eenheid kilogram

Slide 8 - Tekstslide

1.4 Omrekenen
Grootheden naar elkaar omrekenen:

m2 naar hectare
m3 naar liter
liter naar kilogram
m naar m2

Slide 9 - Tekstslide

1.4 Sensoren
Sensor 'voelt'
Sensor = kunstmatig zintuig

elektrisch of mechanisch

Met sensor neemt machine omgeving waar en geeft die informatie door aan de processor.

Slide 10 - Tekstslide

1.5 Programmeren
Programmeren = serie opdrachten na elkaar uitvoeren
Digitaal (computer) of analoog (handleiding)

Stroomschema = voorbereiding op programmeren
Iedere stap in stroomschema apart programmeren

Slide 11 - Tekstslide

1.6 Onderhoud, storingen, procesoverdracht

  • Oorzaken onderbreking proces
  • Gevolgen onderbreking proces
  • Procesoverdracht (ploegendiensten)

Slide 12 - Tekstslide

Waar moet je rekening mee houden bij het onderhoud van machines?

Slide 13 - Woordweb

Opdracht werkboek
  • Nakijken vorige opdrachten
  • Maak opdrachten  
    1 .4, 1.5, 1.6 en 1.7
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 
  • Maak van LOB opdracht 4

timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Doel
Je kunt:
  •  je kunt beschrijven wat pseudocode betekent
  • je kunt benoemen waarom je pseudocode gebruikt
  • je kunt een gewenste activiteit van een robot uitschrijven in pseudocode

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is pseudocode?
  •  gedetailleerde stap-voor-stap instructie om een taak te voltooien
  • Het is een set van gedetailleerde notities die, als ze klaar zijn, door de programmeur gebruikt kunnen worden om de code te schrijven.
  • Het is niet geschreven in een speciale programmeertaal. Pseudocode kan deels in het Nederlands zijn en deels in code.
  • Met pseudocode kan de programmeur zijn/haar plannen met anderen communiceren.
  • Pseudocode is gedetailleerd genoeg om de echte code te schrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Waarom is pseudocode belangrijk?
 Een goede manier om het belang van pseudocode te leren, is om instructies te schrijven voor simpele dingen:
  • Hoe maak je een sandwich, hoe decoreer je een cake, hoe plant je zaadjes, enz.
  • Leerlingen moeten de instructies schrijven en de leraar moet ze volgen.
  • Vergelijk dan het resultaat.
Het is belangrijk om instructies goed te communiceren! 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht LEGO Mindstorms
  • Maak opdracht C en E  van de wikiwijs (zie link in studiewijzer week 2)
  • K en GT maakt ook opdracht F

timer
1:00

Slide 27 - Tekstslide