Semaine 41 (week 8)

Bonjour tout le monde!
Ça va?
Tu t'appelles comment?
Tu habites où?
Tu as quel âge?
A bientôt!
A demain!
Tu as un portable?
Quel est ton numéro de téléphone?




1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde!
Ça va?
Tu t'appelles comment?
Tu habites où?
Tu as quel âge?
A bientôt!
A demain!
Tu as un portable?
Quel est ton numéro de téléphone?




Slide 1 - Tekstslide

LE TRAVAIL DE LA SEMAINE
- Faire et corriger: ex 14-19 chapitre 2                                
- Apprendre: vocabulaire B + grammaire C
- Réviser:vocabulaire A
- S'entraîner: en ligne (slim stampen)! 


Attention: pw woensdag is chapitre 1!


Slide 2 - Tekstslide

MARDI 8 OCTOBRE (cours 1)
Overhoor: voca A chapitre 2 
Herhalen: stof proefwerk morgen
Uitleg: nieuwe grammatica C
Faire: ex. 13 (over nieuwe grammatica)
Devoirs: (huiswerk voor morgen) proefwerk leren!!

Attention: neem morgen wel je boeken mee naar school!!

Slide 3 - Tekstslide

Bienvenue la classe!
  1. On apprend les verbes réguliers en –er. 


Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel:
  Aan het einde van deze les kan ik de uitgangen van regelmatige werkwoorden die eindigen op –ER benoemen en toepassen in zinnen. 

Slide 5 - Tekstslide

Welke Franse werkwoorden ken je al?

Slide 6 - Woordweb

En néerlandais
In het Nederlands vind je de stam van een werkwoord door het werkwoord in de ik-vorm te zetten:
Kijken - ik kijk, dus is kijk de stam
Jij kijkt, dus is t in dit geval de uitgang

Slide 7 - Tekstslide

En français
Werkwoorden die eindigen op -er:

Stap 1: Vind de stam-> hele werkwoord min -er
parler   - er = parl (stam)








Slide 8 - Tekstslide

Wat is de stam van:
danser, nager?

Slide 9 - Open vraag

      Je                         +e             Je parle
        Tu                         +es          Tu parles
    Il/elle/on           +e             Il parle
                  Nous                  +ons        Nous parlons
               Vous                  +ez            Vous parlez
           Ils/elles            +ent         Ils parlent
Chanter - habiter - regarder - écouter - danser - marcher

Stap 2:  Voeg daarna de uitgangen toe:

Slide 10 - Tekstslide

Stap 1 is:
A
uitgang erachter zetten
B
infinitief + uitgang
C
de infinitief min -er, dan krijg je de stam

Slide 11 - Quizvraag

En stap 2 was....
Stam + uitgang

Slide 12 - Tekstslide

e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 13 - Sleepvraag

Les verbes réguliers en -ER
Let op de uitspraak van de uitgangen!

Slide 14 - Tekstslide

Je (regarder) la télé.
timer
0:15
A
regardons
B
regardes
C
regarde
D
regardent

Slide 15 - Quizvraag

Nathalie (aimer) son chien.
timer
0:15

Slide 16 - Open vraag

Welke vervoeging is onjuist
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 17 - Quizvraag

Pierre et Lisa (manger) une pomme.

Slide 18 - Open vraag

MERCREDI (cours 2)
Proefwerk chapitre 1 maken!

KLaar?
VWO maakt opdr 14+ 15
Havo maakt opdr 14
Iedereen leert voca A nog een keer en gramm C
(= huiswerk voor donderdag)



Utilisez les phrases clés J!

Slide 19 - Tekstslide

Jeudi (cours 3)
  • grammaire C herhalen
  • opdrachten tm 14/15 bespreken/nakijken
  • 16 samen in de klas (uitspraak)
  • 17 maken zelfstandig
  • slim stampen voca A/B + grammaire C

Bonnes vacances d'automne!

Slide 20 - Tekstslide

Voca E
1 waarom= pourquoi 
2 de leeftijd =l'âge 
3 wonen =- habiter
4 oké = d'accord
5 Ik ben 13 jaar. J'ai 13 ans.
6 Tot gauw = à bientôt
7 t/m 10: vertaal de woordjes die je hoort naar het Nederlands:
Bonus: schrijf het rijtje van être op

Slide 21 - Tekstslide

LA FIN
MERCI POUR VOTRE ATTENTION!
Qu'est-ce que tu as appris?
(ZIJN ER TIPS EN/OF TOPS?)




Slide 22 - Tekstslide