Les 8: passé composé

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre (B)
un ordinateur
pas de portable!
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre (B)
un ordinateur
pas de portable!

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui, on va:
  • Faire de la nouvelle grammaire!
  • Chanter les chiffres???

À vous le choix:



Voorin zitten, 
extra uitleg, vragen stellen
Maar: stil luisteren en op mijn tempo
Achterin zitten, op eigen tempo werken
Maar: en silence!!!!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

ski
Ik heb geskied in de Alpen.
Et puis mon père est entré.
En toen kwam mijn vader binnen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

être
avoir
je suis
tu es
il est
nous sommes
vous êtes
ils sont
j'ai
tu as 
il a
nous avons
vous avez
ils ont

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Passé composé
Persoonlijk vnw
avoir
voltooid dlw
J' (ik)
ai
parlé
Tu (jij)
as
parlé
Il/elle/on (hij/zij/men)
a
parlé
nous (wij)
avons
parlé
Vous (jullie/u)
avez
parlé
Ils/elles (zij)
ont
parlé
Ik heb gepraat
passé composé 

Slide 11 - Tekstslide

A vous maintenant:
Ga nu zelf verder met de oefeningen in deze LessonUp, kijk bij de opdracht op Classroom.
Tenzij er nog vragen zijn?

Slide 12 - Tekstslide

hoe maak je de passé composé
van manger
Wat is de passé composé van 
manger, ik heb gegeten?
A
mange
B
mangé
C
j'ai mangé
D
tu as mangé

Slide 13 - Quizvraag

Passé composé=
A
j'ai regardé
B
je regardais
C
je regarde

Slide 14 - Quizvraag

tu (choisir = kiezen, passé composé)

passé composé
A
as choisi
B
a choisi
C
est choisi
D
es choisi

Slide 15 - Quizvraag

tu (manger = eten, passé composé)

passé composé
A
as mangé
B
a mangé
C
est mangé
D
es mangé

Slide 16 - Quizvraag

ik ben geweest (passé composé)
A
je suis été
B
j'ai été
C
j'ai êtré
D
je suis êtré

Slide 17 - Quizvraag

Je (passé composé) ___
A
suis pu
B
suis pué
C
ai pu
D
ai pus

Slide 18 - Quizvraag

hoe maak je de passé composé
van manger
           Wat is de passé composé van manger, ik heb                  gegeten?
A
mange
B
mangé
C
j'ai mangé
D
tu as mangé

Slide 19 - Quizvraag

Tu (manger = eten, passé composé)

passé composé
A
as mangé
B
a mangé
C
est mangé
D
es mangé

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de Passé Composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de passé composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais

Slide 22 - Quizvraag

hoe maak je de passé composé
van manger
            wat is de passé composé van manger, ik heb                  gegeten
A
mange
B
mangé
C
j'ai mangé
D
tu as mangé

Slide 23 - Quizvraag

danser, je (passé composé)

Slide 24 - Open vraag

préparer, vous (passé composé)

Slide 25 - Open vraag

Ik...
aimer, passé composé

Slide 26 - Open vraag

hij...
aimer, passé composé

Slide 27 - Open vraag

zij...
aimer, passé composé

Slide 28 - Open vraag

wij...
aimer, passé composé

Slide 29 - Open vraag

Ik...
parler, passé composé

Slide 30 - Open vraag

U..
aimer, passé composé

Slide 31 - Open vraag

Ik...
parler, passé composé

Slide 32 - Open vraag

Ik...
parler, passé composé

Slide 33 - Open vraag

Zij (alleen vrouwen)...
donner, passé composé

Slide 34 - Open vraag

Zij (meervoud) ...
donner, passé composé

Slide 35 - Open vraag

wij ...
donner, passé composé

Slide 36 - Open vraag

jij ...
donner, passé composé

Slide 37 - Open vraag

jij ...
écouter, passé composé

Slide 38 - Open vraag

hij ...
écouter, passé composé

Slide 39 - Open vraag

zij ...
écouter, passé composé

Slide 40 - Open vraag

jullie ...
écouter, passé composé

Slide 41 - Open vraag