1D 8 mei Eindbeoordeling stage

Maak nu!
Het papier op je tafel
Alleen en in stilte

Tijd: vijf minuten
Op tafel: pen (geen boeken)
Telefoon: niet zichtbaar de hele les
Klaar? wacht tot de 5 minuten voorbij zijn.
stopwatch
00:00
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare school

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maak nu!
Het papier op je tafel
Alleen en in stilte

Tijd: vijf minuten
Op tafel: pen (geen boeken)
Telefoon: niet zichtbaar de hele les
Klaar? wacht tot de 5 minuten voorbij zijn.
stopwatch
00:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nodig om een zin in de passé composé te maken?
1 Ik begin mijn zin met wie de actie uitvoert. Dit noemen we in het Nederlands het onderwerp.
2 Dan moet ik de goede vorm van het werkwoord hebben schrijven, die past bij het onderwerp van de zin.
3 Dan moet ik van het werkwoord tussen haakjes een voltooid deelwoord maken. Dit plak ik erachter, want alle werkwoorden komen aan het begin van de zin.
4 Om een voltooid te maken haal ik er eraf en plak ik é erachter.
5 Dan schrijf ik alles wat ik nog meer wil schrijven in de zin, zoals bijvoorbeeld wanneer, met wie, hoe, waar.
6 Dit is anders dan in het Nederlands, want dan hoeven de werkwoorden niet allemaal op het begin van de zin te staan, zoals bijvoorbeeld in de zin: Ik heb een pizza gegeten

Slide 2 - Tekstslide

Les objectifs d'apprentissage
Jullie kunnen:
1 Een zin maken in de passé composé wanneer je alleen het onderwerp weet en het hele werkwoord.
2 Een Franse zin in de goede volgorde zetten.

Jullie kennen:
Het onregelmatige voltooid deelwoord van faire

Slide 3 - Tekstslide

Résumé
1 Onderwerp
2 Vorm van het werkwoord hebben (avoir)
3 Het voltooid deelwoord
Manger - mangé / accepter - accepté / rester - resté
4 De rest van de zin
Waar, met wie, hoe, hoe lang, wanneer
Ik heb - J'ai
Jij hebt - Tu as
Hij heeft - Il a
Zij heeft - Elle a
Men heeft/We hebben - On a
Wij hebben - Nous avons
Jullie hebben/U heeft - Vous avez 
Zij hebben (man) - Ils ont
 Zij hebben (vrouw) - Elles ont

Slide 4 - Tekstslide

Comme comparaison:
EN: I have made money yesterday on the fair with my mum
FR: J'ai gagné de l'argent hier à la fête forézienne avec ma mère

NL: Ik heb gisteren geld verdiend op de kermis met mijn moeder.
DU: Ich habe gestern Geld gemacht mit meine Mutter auf dem Jahrmarkt.

Slide 5 - Tekstslide

Tu fais:
Exercice 32A & 32B

Je mag overleggen met je buurman/-vrouw
Je krijgt hiervoor: 15 minuten
Als je klaar kun je: zorgen dat je buurman/-vrouw ook klaar is
Na 15 minuten gaan we: samen de antwoorden bespreken
stopwatch
00:00

Slide 6 - Tekstslide

Les réponses:
1 Tu (chanter) _________________  dans un clip.
2 Vous (faire) ________________  du canoë sur la rivière.
3 Nous (préférer) ___________________ l’activité de musique.
4 On (regarder) _______________ les photos sur Internet.
5 Elle (jouer) ________________  de la guitare.
6 Le match de football (commencer) _________________ à 20h45.
7 Elles (gagner) _________________ le jeu. Leur équipe est super!
8 Inez (raconter) _________________  une histoire pendant le feu de camp.

Slide 7 - Tekstslide

Les réponses:
1 Tu (chanter) as chanté dans un clip.
2 Vous (faire) avez fait du canoë sur la rivière.
3 Nous (préférer) avons préféré l’activité de musique.
4 On (regarder) a regardé les photos sur Internet.
5 Elle (jouer) a joué de la guitare.
6 Le match de football (commencer) a commencé à 20h45.
7 Elles (gagner) ont gagné le jeu. Leur équipe est super!
8 Inez (raconter) a raconté  une histoire pendant le feu de camp.

Slide 8 - Tekstslide

Les réponses:
1 Au restaurant - J' - mangé - ai /
2 Nous - avons - n' - pas - gagné /
3 Une chanson - a - chanté - elle /
4 Avez - du - fait - foot - vous / 
5 Filmé - il - a - un clip vidéo / 
6 Les filles - ont - regardé - le clip / 

Slide 9 - Tekstslide

Les réponses:
1 Au restaurant - J' - mangé - ai / J'ai mangé au restaurant
2 Nous - avond - n' - pas - gagné / Nous n'avons pas gagné
3 Une chanson - a - chanté - elle / Elle a chanté une chanson
4 Avez - du - fait - foot - vous / Vous avez fait du foot
5 Filmé - il - a - un clip vidéo / Il a filmé un clip vidéo
6 Les filles - ont - regardé - le clip / Les filles ont regardé le clip

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie

1 Je kunt: een zin maken in de passé composé wanneer je alleen het onderwerp weet en het hele werkwoord.
2 Je kunt: Een Franse zin in de goede volgorde zetten.
3 Je kent: Het onregelmatige voltooid deelwoord van faire


Slide 11 - Tekstslide

Even checken!
1 Robin - posé - les questions - a - dans la classe
2 a - fait - classe 1D - tous les exercices
3 avons - nous - gagné - le loto
4 accepté - avez - vous - mes excuses - lundi
5 fait - ont - du tennis - ils - samedi
6 à la maison - ont - resté - elles

Slide 12 - Tekstslide