Thema 1: Organen en cellen

TH.1 Organen en cellen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

TH.1 Organen en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Levenskenmerken
Levenskenmerken:
  • Groei
  • Ontwikkeling
  • Reageren op prikkels
  • Bewegen
  • Stofwisseling
  • Voeden
  • Ademen
  • Uitscheiden
  • Voortplanting








Slide 2 - Tekstslide

In je lichaam worden stoffen omgezet in andere stoffen.
Dit heet stofwisseling.
Stofwisseling is een levenskenmerk. Voeding, ademhaling en uitscheiding horen bij dit levenskenmerk.
stofwisseling
Stofwisseling

Slide 3 - Tekstslide

Uitscheiding
 het kwijtraken van afvalstoffen =
Uitscheiding 

Longen 
Huid
Nieren

Slide 4 - Tekstslide

planten
schimmel
dier
bacterie
celkern
x
x
x
-
celwand
x
x
-
x
bladgroen
x
-
-
-

Slide 5 - Tekstslide

Stofwisseling
Stofwisseling: in je lichaam worden stoffen omgezet naar andere stoffen.

Voeden
Ademhalen
Uitscheiden


Slide 6 - Tekstslide

Stofwisseling
Stofwisseling: het omzetten van stoffen in andere stoffen. 

Twee vormen:
  • Fotosynthese
  • Verbranding

Slide 7 - Tekstslide

Fotosynthese
Belangrijk:
De formule van fotosynthese kun je zo opschrijven:
  • Koolstofdioxide + water + lichtenergie --> glucose + zuurstof

Alleen bij planten en in het licht

Slide 8 - Tekstslide

Verbranding
Dag en nacht en in alle organismen

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord:
Kiezelwieren leven in het water en kunnen van koolstofdioxide zuurstof maken. Hierbij vormen ze ook glucose. Ditzelfde stofwisselingsproces vindt ook plaats bij andere planten.

Hoe heet het stofwisselingsproces waarbij in kiezelwieren zuurstof gemaakt wordt?
A fotosynthese
B verbranding
C vertering 

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord:
Passiebloemen zijn klimplanten die naar het licht groeien. Ze hechten zich vast aan andere planten, zoals bomen. De bloemen van passiebloemen produceren nectar.

Passiebloemen kunnen zich door zaad vermeerderen, maar stekken is ook goed mogelijk. Na bestuiving kunnen eetbare vruchten ontstaan die veel voedingsvezels bevatten.

Voor welk stofwisselingsproces hebben passiebloemen licht nodig? 
  • Fotosynthese

Slide 11 - Tekstslide

Van klein naar groot

Cel: Kleinste bouwsteentje
Weefsel: meerdere cellen met dezelfde vorm en functie in een groep

Orgaan: Een deel van het organisme met een of meerdere functies

Orgaanstelsel: Een groep samenwerkende organen dei samen een bepaalde functie hebben
Organisme: Levend wezen
Organisatie-niveaus

Slide 12 - Tekstslide

Orgaanstelsels
Organen die samenwerken aan een bepaalde functie, vormen een orgaanstelsel.
Voorbeelden van orgaanstelsels:
  • Beenderstelsel 
  • Spijsverteringsstelsel
  • Ademhalingsstelsel
  • Bloedvatenstelsel 
  • Uitscheidingstelsel
  • Voortplantingsstelsel
  • Zenuwstelsel
  • hormoonstelsel

Slide 13 - Tekstslide

Enkele Orgaanstelsels

  • Verteringsstelsel
  • Ademhalingsstelsel
  • Bloedvatenstelsel
  • Uitscheidingsstelsel
  • Zenuwstelsel

Slide 14 - Tekstslide

Organen planten
Planten hebben ook organen.

De organen van planten zijn: 
  • Bloem
  • Blad
  • Stengel
  • Wortel

Slide 15 - Tekstslide

verschillende typen cellen
.
zenuwcel
beencellen
spierweefsel
kraakbeencellen

Slide 16 - Tekstslide

Plantencel

Slide 17 - Tekstslide

Dierlijke cel

Slide 18 - Tekstslide

Chromosoom
Is opgebouwd uit DNA en eiwit
Bevat erfelijke eigenschappen


Slide 19 - Tekstslide

Levensfasen
Verschillende levensfasen
Elke fase heeft eigen 
lichamelijke en geestelijke
ontwikkeling

Slide 20 - Tekstslide

Borstholte en buikholte
Het middenrif (spier) deelt de romp in een borstholte en buikholte

Er liggen organen in de borstholte: bv. hart en longen
Er liggen andere organen in buikholte

Slokdarm en aorta liggen in beide


Slide 21 - Tekstslide