(mavo/havo) H5 het klimaat in de bergen/ Europa van noord naar zuid paragraaf 2 deel 1

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H5 vorm en reliëf + B77/ breedteligging, temperatuur en landschap + Zuid-Europa
  • maken opdracht 1 t/m 4
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • welke vormen reliëf Europa heeft
  • hoe gebergten als klimaatscheiding werken
  • waarom de temperatuur tussen noord en zuid Europa verschilt
  • welke klimaten er in Europa voorkomen

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H5 vorm en reliëf + B77/ breedteligging, temperatuur en landschap + Zuid-Europa
  • maken opdracht 1 t/m 4
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • welke vormen reliëf Europa heeft
  • hoe gebergten als klimaatscheiding werken
  • waarom de temperatuur tussen noord en zuid Europa verschilt
  • welke klimaten er in Europa voorkomen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 5 - Tekstslide

uitleg m/h

Slide 6 - Tekstslide

Reliëf = hoogteverschil
4 vormen van relië van hoog naar laag:

  1. hooggebergte > 1500m
  2. middelgebergte 500-1500m
  3. heuvelland 200-500m
  4. laagland < 200m

Slide 7 - Tekstslide

Hooggebergte: gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
Hoogvlakte: vlak of golvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt.
Laagvlakte: gebied zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500 m.
Laagland:

Slide 8 - Tekstslide

Kaart reliëf Europa
Wat valt je op als je kijkt naar het reliëf van Nederland?
Weet jij de naam van dit gebergte?
Weet jij de naam van dit gebergte?

Slide 9 - Tekstslide

Europa is een schiereiland: het is aan drie kanten omringd door de zee.

In Europa meer schiereilanden?

Slide 10 - Tekstslide

Europa heeft 4 grote schiereilanden:
  1. het Iberisch Schiereiland (Spanje+Portugal)
  2. Italië 
  3. Scandinavisch Schiereiland
  4. Griekenland 

Slide 11 - Tekstslide

Gelede kust: kust met diepe inhammen; verbinding met de zee ( hebben vroeger gletsjers gelegen)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

uitleg kgt:

Slide 14 - Tekstslide

Breedteligging & temperatuur
Evenaar
Zonnestralen verliezen minder energie, en hoeven maar een klein stuk oppervlak te verwarmen. Hierdoor is het hier altijd warm.
Noordpool
De zonnestralen verliezen meer energie, omdat die door een langer stuk in de dampkring heen moeten (atmosfeer). Daarnaast moet diezelfde zonnestraal met minder energie een groter stuk land opwarmen. Met als gevolg dat het hier kouder is dan op de evenaar.

De regel geldt: hoe verder van de evenaar, hoe kouder het wordt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Zuid-Europa
In Zuid-Europa heerst het Middellandse Zeeklimaat. 

Kenmerkend aan dit klimaat is dat de zomer lekker warm zijn en de winters mild. Dit wil zeggen dat het niet erg koud wordt in de winter.

De planten die erg groeien zijn, bijvoorbeeld: palmbomen en olijfbomen, ofwel: planten die tegen weinig water kunnen.

Slide 17 - Tekstslide



lezen paragraaf 2 H5 breedteligging, temperatuur en landschap + Zuid-Europa
maken opdracht 1 t/m 4
gebruik hierbij:
tekstboek blz. 74/75
werkboek blz. 9
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken


lezen paragraaf 2 H5 vorm en reliëf + B77
maken opdracht 1 t/m 4
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 74/75
  • werkboek blz. 8/9
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00
kgt: zelfstandig werken
m/h: zelfstandig werken

Slide 18 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 19 - Tekstslide

Welke reliëf-vormen kun je in Nederland aantreffen?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland en laagland
D
Er is geen reliëf in Nederland, het is plat

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noem je deze vorm van een gebied?
A
Eiland
B
Continent
C
Gelede kust
D
Schiereiland

Slide 21 - Quizvraag

Jan bevindt zich op 193 meter hoogte. Jan bevindt zich in
A
laagland
B
heuvelland
C
middelgebergte
D
hooggebergte

Slide 22 - Quizvraag

Hoe wordt een kust met inhammen, zodat de zee diep naar binnen kan dringen, genoemd?
A
Fjorden kust
B
Reliëf kust
C
Inham kust
D
Gelede kust

Slide 23 - Quizvraag

Welk klimaat heeft Nederland?
A
Landklimaat
B
Noordzeeklimaat
C
Zeeklimaat
D
Middellandse zeeklimaat

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet het klimaat in Zuid Europa
A
Zeeklimaat
B
Middellandse Zeeklimaat
C
Hooggebergte klimaat
D
Landklimaat

Slide 25 - Quizvraag