H 6.4 Infrarode en ultraviolette straling M2A les 4

H6.4 Infrarood en ultraviolet
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6.4 Infrarood en ultraviolet

Slide 1 - Tekstslide

Welkom GT-2
Maak de opdrachten 7, 8 en 12 van 6.3      START IN:
Je hebt straks je laptop nodig                              



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.

timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 3 - Tekstslide

§ Introductie
§ 6.1 Licht en schaduw
§ 6.2 Spiegelbeelden
§ 6.3 Licht en kleur
§ 6.4 Infrarode en ultraviolette straling

Slide 4 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle 
  2. Terugblik/voorkennis
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerkcontrole

Maak van paragraaf 6.3
opdracht: 1 t/m 14

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik
  1. Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
  2. Je kunt uitleggen wat je met een zakspectroscoop kunt onderzoeken.
  3. Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet bij verschillende kleuren licht.


Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 6.4 Infrarode en ultraviolette straling
  1. Je kunt benoemen waar infrarode en ultraviolette straling zich in het spectrum bevinden.
  2. Je kunt kenmerken benoemen van infrarode en ultraviolette straling.
  3. Je kunt toepassingen noemen van infrarode en ultraviolette straling.
  4. Je kunt uitleggen wat de gevaren zijn van ultraviolette straling.

Slide 8 - Tekstslide

Infrarode straling

Slide 9 - Tekstslide

Infrarood en ultraviolet

Slide 10 - Tekstslide

Infrarode straling
Ir-straling wordt niet alleen uitgezonden door de zon. 
Alle voorwerpen om je heen zenden ir-straling uit.
Hoe hoger de temperatuur van een voorwerp is, 
hoe meer ir-straling het voorwerp uitzendt. 
Deze ir-straling noem je ook wel warmtestraling. 
Je kunt de straling fotograferen met een speciale 
infraroodcamera. 


De foto die dan ontstaat, noem je een warmtebeeld of thermogram
Een thermogram van een deel van een kamer.

Slide 11 - Tekstslide

Infrarode straling
Infra = voor                     IR-straling = warmte

Slide 12 - Tekstslide

Ultraviolette straling
Ultraviolet  straling is een belangrijk onderdeel van zonlicht.
Je kunt er bruin door worden en bij teveel rood (verbranden).
Daarnaast kan Uv-straling sommige stoffen sterk laten oplichten. 
Je zegt van deze stoffen dat ze fluoresceren.
Sommige dieren kunnen wel uv-straling 
waarnemen. 
Bijen zien uv-straling
==> Nectar en stuifmeel

Slide 13 - Tekstslide

Ultraviolet-straling
De zon straalt behalve licht ook ultraviolette straling (uv-straling) uit. Als je in de zon ligt, komt die straling op je huid terecht. Je huid reageert daarop door extra kleurstof aan te maken: je huid wordt donkerder. De kleurstof die je huid donkerder kleurt, heeft een beschermende werking. Daardoor kun je langer in de zon blijven als je huid veel van deze kleurstof bevat.

Te veel ultraviolette straling vergroot ook de kans op huidkanker. Zonnebrandcrème absorbeert uv-straling en beschermt zo je huid. Hoe hoger de beschermingsfactor, des te beter wordt je huid beschermd.

Slide 14 - Tekstslide

Bescherming tegen uv-straling
  • Uv-straling heeft de eigenschap dat ze stoffen kan afbreken.
  • De Uv-straling in het zonlicht sloopt de kleurstofmoleculen een voor een. 
  • Uv-straling kan ook schade aanrichten aan stoffen in je huid.
  • Straling die moleculen kapot kan maken, noem je ioniserende straling
  • Uv-straling is zwak ioniserend. Röntgenstraling is sterk ioniserend
  • Infrarode straling en licht hebben dat effect niet; deze soorten straling        zijn daarvoor niet krachtig genoeg.

Slide 15 - Tekstslide

Ultraviolet-straling
Ultra = na
Wat betekent de factor?

Slide 16 - Tekstslide

Infraroodsensor
Onzichtbare straling, die je kunt voelen als warmte.
Alle dingen om je heen zenden infrarode straling uit. Hoe warmer het voorwerp, des te meer straling er wordt uitgezonden. Een infraroodsensor is gevoelig voor deze straling. De sensor in een buitenlamp reageert bijvoorbeeld op infrarode straling die wordt uitgestraald door voorbijlopende mensen. 
De sensor schakelt dan de stroom in, 
zodat de lamp gaat branden (afbeelding 3). 

Slide 17 - Tekstslide

Ozonlaag
  • Hoog in de atmosfeer (de luchtlaag rond de aarde) zit een gas dat de meest   schadelijke ultraviolette straling tegenhoudt. 
  • Dit gas heet ozon. 
  • De luchtlaag waarin ozon voorkomt, heet de ozonlaag. 
  • Doordat de lucht vervuild is met cfk’s (stoffen die nu niet meer gemaakt mogen   worden) zijn er gaten ontstaan in de ozonlaag. 
  • Hierdoor kan de uv-straling gemakkelijker de aarde bereiken en lopen mensen   eerder een te hoge dosis op.

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak van paragraaf 6.4
opdracht: 1 t/m 15

rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van paragraaf 5.1
1 t/m 8
Je mag samenwerken!

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting: we weten....
  1. Je kunt benoemen waar infrarode en ultraviolette straling zich in het spectrum bevinden.
  2. Je kunt kenmerken benoemen van infrarode en ultraviolette straling.
  3. Je kunt toepassingen noemen van infrarode en ultraviolette straling.
  4. Je kunt uitleggen wat de gevaren zijn van ultraviolette straling.

Slide 21 - Tekstslide

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
  • Zet in je Planner!
  • Maak de opdrachten van paragraaf 6.4 opdracht:  4 t/m 10

Dank je wel voor je aandacht!


Slide 24 - Tekstslide

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll