Hoofdstuk 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Zakgeld is een voorbeeld van:

1. Inkomen met tegenprestatie
2. Inkomen zonder tegen prestatie

Zakgeld is een voorbeeld van:

1. Inkomen in geld
2. Inkomen in natura

Zakgeld is een voorbeeld van:

1. Vrij besteedbaar inkomen
2. Niet vrij besteedbaar inkomen

Loon/ salaris is een voorbeeld van:

1. Inkomen met tegenprestatie
2. Inkomen zonder tegen prestatie

Loon/ salaris is een voorbeeld van:

1. Inkomen in geld
2. Inkomen in natura

Loon/ salaris is een voorbeeld van:

1. Vrij besteedbaar inkomen
2. Niet vrij besteedbaar inkomen

Kleedgeld is een voorbeeld van:

1. Inkomen met tegenprestatie
2. Inkomen zonder tegen prestatie

Kleedgeld is een voorbeeld van:

1. Inkomen in geld
2. Inkomen in natura

Kleedgeld is een voorbeeld van:

1. Vrij besteedbaar inkomen
2. Niet vrij besteedbaar inkomen

Je krijgt voor je goede rapport een computerspelletje

1. Inkomen met tegenprestatie
2. Inkomen zonder tegenprestatie

Je krijgt voor je goede rapport een computerspelletje

1. Inkomen in geld
2. Inkomen in natura

Je krijgt voor je goede rapport een computerspelletje

1. Vrij besteedbaar inkomen
2. Niet vrij besteedbaar inkomen

Om inkomen omrekenen van weken naar maanden doe je door het inkomen te:

1. x 4
2. x 52 : 12
3. X 12 : 52
4. : 4

Om inkomen omrekenen van maanden naar weken doe je door het inkomen te:

1. x 4
2. x 52 : 12
3. X 12 : 52
4. : 4

Hoeveel kwartalen heeft een jaar?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 6

Wat is een tabel?

Een tabel is een overzicht met gegevens in kolommen en rijen.

Je hebt een rente van 2% en een spaarbedrag van 50 euro. Wat is je rentebedrag?

1. 0,50 euro
2. 1 euro
3. 2 euro
4. 0,25 euro